Wie eerder Formule 1 games heeft gespeeld zal het al wel weten. Veel veranderen doen de games niet, ieder jaar zal echter toch een nieuwe game uitkomen omdat er nieuwe regels zijn, aanpassingen van de wagens en de toch wel weer opgepoetste graphics spelen ook een rol. Voor de doorgewinterde F1 fan is dat echter niet zo’n issue. Je wil nu eenmaal niet met de verkeerde auto’s rijden of over de verkeerde circuits.
Vorig jaar deed onze Max Verstappen het natuurlijk bovengemiddeld goed. In zijn Red Bull kwam hij nog best een heel eind in het wereldkampioenschap. Dat deed iets met de Formule 1 minnende Nederlander. Dit jaar gaat het iets minder goed, Max heeft vooral pech en is al zes keer uitgevallen dit seizoen. Misschien dat Max beter af en toe de virtuele bolide in kan duiken om eens te zien hoe hij het er daar vanaf brengt. Maar of dat nu veel makkelijker is?
Codemasters heeft dit keer vrij weinig hoeven veranderen. F1 2016 was al een hele goede game, waar je inmiddels bijna de volledige controle over je wagen had. Doordat de gameplay al zo goed was, kon de focus liggen op vernieuwingen die dat wat al goed was, nog beter maken. En dat is te merken. Je hebt nog meer controle en kunt alles afstemmen wat je maar wil. Tenzij je een gamer bent die liever arcade racers speelt, dan kun je er ook voor kiezen om je daar gewoon wat minder mee bezig te houden. Wanneer je er echter wel voor gaat kun je heel veel verschil maken in de handling van je wagen.
En de verbeteringen die je kunt maken zijn echt gigantisch. Iedere auto heeft een aantal categorieën waarop je verbeteringen door kunt voeren en dat verschilt per team waar je voor rijdt. Hierdoor kun je bijna eindeloos nieuwe aanpassingen doorvoeren. Red Bull heeft bijvoorbeeld nog behoorlijk wat mogelijkheden om de motor te verbeteren, dus je zou denken dat ze dat misschien in het gewone leven ook hebben. Dat ze het dan maar eens een keer doen, zodat Max weer competitief kan zijn.
Wat wel nieuw is, is dat je tijdens onder andere de vrije trainingen kunt kiezen om trainingsprogramma’s uit te voeren. Die zijn er in een aantal smaken en leren je om om te gaan met je brandstof, om te gaan met je banden en bijvoorbeeld om te kijken hoe klaar je bent voor de kwalificatie. Deze zijn soms best nuttig, want iedere track heeft natuurlijk andere eigenschappen en je kunt zeker op hogere moeilijkheidsniveaus niet verwachten dat je de baan automatisch onder de knie hebt. Je wagen reageert anders op de baan, door wat voor zaken dan ook.
Ook erg leuk zijn de challenges die je tussendoor krijgt. Daarin mag je dan een race doen in een oude racewagen, bijvoorbeeld een bolide uit 1997 of zo. Dat zijn kleine dingen die je tussendoor mag doen die je even afhalen van de standaard seizoensmodus, waarin je alle grandprix locaties bezoekt en afhankelijk van hoe uitgebreid je dit doet, ontzettend veel rondes gaat rijden. Rij je overigens een volledige grandprix, hou dan rekening met drie lange vrije trainingen, drie kwalificatie sessies en een race met alle rondes. Daarin kan natuurlijk alles fout gaan, zoals een band die ploft of een motor die het begeeft. Dat kan best frustrerend zijn als het gebeurd in de 53e van de 58 rondes. Daarbij komt dat de teamstrategie vaak ook gewoon niet klopt, en ze je naar binnen roepen voor een pitstop, als dat totaal niet nodig is.
Een beetje een tegenvaller is de carrière modus die bijna volledig gekopieerd is van het vorige seizoen, en niet alleen dat, er is ook nog eens geen onderscheid tussen de teams. Prima dat de filmpjes ongeveer hetzelfde zijn, maar hoe moeilijk zou het nu zijn om bijvoorbeeld haarkleur of kleding van mensen wat aan te passen. Je zit steeds bij exact dezelfde vrouw aan tafel, met dezelfde contract gesprekken etc. Dat is jammer! Misschien dat ze gedacht hebben dat iedereen altijd hetzelfde team blijft kiezen, maar wanneer je dat dus niet doet, valt op dat daar echt gemakzuchtig mee om is gegaan.