Het duurde even voordat Need For Speed Payback op gang kwam, maar naarmate je alle snel- en off-roadwegen van Fortune Valley zowel off- als online beter leert kennen door er over-, onder- en doorheen te scheuren in de tientallen snelle wagens zal je hoogstwaarschijnlijk moeten toegeven: Need For Speed Payback kinda grows on ya!
Need For Speed als serie is de laatste jaren door een identiteitscrisis heen gegaan. In de kern van deze crisis nestelt zich de volgende vraag: wat maakt een Need For Speed game een Need For Speed game? Dit komt vast ook doordat de game tussen zijn eerste ontwikkelaar, Distinctive Software, en zijn laatste ontwikkelaar, Ghost Games, ongeveer negen andere developers heeft gezien. Fans vragen al jaren om een “echte Need For Speed ervaring”. Die verschilt ook weer per fan waar je het aan zal vragen. Uit sommige monden zal weerklinken “Ik wil weer m’n auto eindeloos kunnen tunen en customizen zoals in Underground 2!”, en uit anderen zal je horen “Ik wil diezelfde spanning ervaren van het verslaan van rivalen en achterna gezeten worden door politieagenten zoals in Most Wanted!” De hamvraag: waar beland Payback tussen die twee uitersten?
Ergens in het midden, zo luidt het antwoord. Want zowel tuning opties en politieachtervolgingen zitten in de game, alhoewel in beperkte mate. Ondanks dat het de gouwe ouwe games van weleer niet in verlegenheid weet te brengen met diens aanbod, is Payback is wel degelijk een volledige Need For Speed ervaring. Je zult je namelijk geen moment vervelen want er is meer dan genoeg te doen … tenzij je niet van grinden houdt. Dan zou je je van de mid- tot endgame nog wel eens kunnen gaan ergeren.
Zoals gezegd is er meer dan genoeg te doen in Fortune Valley. Je hebt maar liefst vier verschillende soorten racedisclines – drag, drift, runner, en normale races – en voor alle heb je specifiek toegewezen auto’s waar je mee kan rijden. Dat betekent dat als je een auto aanschaft bij een dealer van driftauto’s, je de gekochte auto alleen maar kan gebruiken tijdens driftevenementen. Door deze structuur word je gedwongen na te denken over welke auto’s je wanneer koopt, maar ook rijd je hierdoor in heel veel verschillende auto’s. Uiteindelijk dan. In het begin ging het sparen voor genoeg geld om auto’s te kopen nogal langzaam, maar dankzij een recente update is de snelheid waarmee je cash verdiend opgevoerd. En dat is maar goed ook, want ook in dit spel vond uitgever EA het nodig om microtransacties erin te flikkeren. Met deze update – die maar net op tijd kwam voor deze review – tonen ze in ieder geval aan geleerd te hebben van het schandalige progressiesysteem in Star Wars Battlefront II.
Wat ze er niet uit hebben gesloopt is de duw in je virtuele rug naar het grinden toe. Des te langer je speelt, des te meer cash je nodig hebt om je auto up te graden of gewoonweg nieuwe, snellere auto’s te kopen. Op een gegeven moment moet je wel een nieuwe kopen, omdat bijna ieder volgend event van jou vraagt dat je auto ietsje sneller is gemaakt. Dit wordt duidelijk gemaakt door het level van een auto. Als je dit niet is gelukt door middel van de random Speed Cards die je verdiend door een race te voltooien omdat ie bijvoorbeeld je auto slechter maakt, dan kan het zijn, als je niet genoeg geld hebt, dat je events opnieuw moet spelen om zo toch voldoende geld te hebben om specifieke Speed Cards te kopen. Óf om random nieuwe Speed Cards te maken in een menuutje dat veel weg heeft van een slotmachine…
Al die willekeurigheid ontneemt je de mogelijkheid om snel je auto precies zo te upgraden als jij dat wilt, en versterkt de neiging om ‘Shipments’, a.k.a. lootboxen, te kopen zodat je genoeg geld hebt om specifiek te tunen. Lootboxen: nog zo’n ding waar mensen inmiddels een pesthekel aan hebben. Of je moet dus grinden en races opnieuw doen. Tja, het is niet verschrikkelijk in Payback, maar de meeste mensen zullen liever gewoon verder willen met de verhaalevenementen, of nieuwe submissies doen in plaats van degene die ze al gedaan hebben nog eens te moeten doen.
Over het verhaal gesproken: als je een trailer van Payback hebt gezien, dan weet je al dat die er zeker in zit. Sommige scripted actie scenes lijken regelrecht uit een Fast & Furious film te komen, en dat is natuurlijk een compliment. Om vervolgens de actiescène te zien overvloeien in gameplay, waarbij jij bijvoorbeeld weg mag scheuren uit een rijdende vrachtwagen in een top of the line Koenigsegg – dat zijn de momenten waarop het verhaal echt wat toevoegd.
Het komt wat minder goed uit de verf als het gaat om de soms overdreven passie voor racing die letterlijk iedereen heeft in de gamewereld. Ze zeggen dingen die soms een beetje cringy zijn, of gewoonweg ongeloofwaardig en daardoor wat komisch overkomen. De drie hoofdpersonen Mac, Tyler, en Jess – die je ook alle drie speelt en alle drie hun eigen racedisciplines hebben – zijn meestal wel leuk om te volgen in hun queeste om het kartel dat hun flink heeft genaaid neer te halen. Het kartel heet trouwens ‘The House’ en het lijkt zo genoemd te zijn puur en alleen voor puns als “We’re going to bring The House down!”. Wanneer ze hun kans schoon zien, mag je een pun verwachten.
Het racen zelf voelt goed en intuïtief aan. Per discipline is er een kleine leercurve, maar dat houdt het juist interessant. In drag races krijg je bijvoorbeeld controle over wanneer je schakelt. Bovenin verschijnt een meter die aangeeft wanneer je het beste kan schakelen. Als je dit goed doet verschijnt er ‘perfect shift’ in beeld. Het doel is natuurlijk met zoveel mogelijk van die perfect shifts op een recht stuk weg als eerste over de finishlijn racen. Drift auto’s slippen veel sneller dan andere auto’s, wat ze natuurlijk perfect maken om mee te driften. Race auto’s zijn dan weer geoptimaliseerd om van alle markten thuis te zijn, en off road auto’s kunnen als enige vlug blijven rijden op zanderige banen. Alle races zijn leuk om te doen en geen één discipline doet qua plezier echt onder voor de ander, dus welke zal worden ervaren als ‘het leukst’ is een persoonlijke affaire.
De online multiplayer is waar het verschil tussen computergestuurde auto’s en menselijke racers pijnlijk – en hilarisch – duidelijk wordt. In één woord: chaotisch. In de singleplayer kun je (op een paar flinke, bewuste botsingen tegen andere auto’s aan) best netjes rijden. In de multiplayer rijdt niemand netjes. Je mag van geluk spreken als je zonder kleerscheu- ehh, deuken in je auto de eerste 100 meter doorkomt. Men rijdt smerig, is mijn punt. Maar dat maakt het wel vaak extra spannend. Vooral als je dan iemand aan ziet komen en expres inhoudt waardoor die persoon tegen de vangrail aanknalt en jij langs ‘m sjeest.
Voor de rest heb je zoals je mag verwachten een casual en een ranked modus. Jammer is dat maar 2 van de disciplines het redden bij de overstap naar online: offroad, en normale races. Ook zijn de physics van je eigen auto wat licht ten opzichte van computer gestuurde auto’s. Die krijg je met bijna geen mogelijkheid in één keer van de baan. In de multiplayer is dat echter helemaal niet moeilijk en schep je iets te makkelijk andere racers zo over je heen, of van de weg af.
Al met al is Need For Speed Payback met al zijn gebreken en controversiële lootboxes en microtransacties prima te slikken. Het is gewoonweg een vermakelijke game. Des te meer je speelt, des te meer je het spel gaat waarderen, en andersom lijkt dat ook het geval te zijn. Als je op zoek bent naar de ‘ultieme Need For Speed ervaring’ dan heb je aan Payback niet genoeg. Maar als je van een leuke arcade racers houdt en je echt toe bent aan je volgende dosis NFS, dan zit je met Payback zeker niet verkeerd.