Je wordt wakker als Morgan Yu aan boord van het immense ruimtestation Talos I. Al snel wordt het duidelijk dat er iets niet helemaal in de haak is op het ruimtestation. Tijdens onderzoeken die men uitvoert met jou, wordt een wetenschapper aangevallen door een vreemdsoortig wezen. Wanneer je weer opnieuw wakker wordt blijkt het ruimtestation verlaten op die vreemdsoortige wezens na. Deze wezens hebben de zeer vervelende eigenschap dat ze zich overal kunnen verstoppen. Ze kunnen namelijk transformeren in ieder mogelijk object dat je tegenkomt, van een computermuis, tot een prullenbak of staande plant. Deze wezens worden ook wel Mimics genoemd en reken maar dat je daar knap paranoia van kunt raken.
Laten we als eerste even heel snel een varkentje wassen. Prey heeft niets te maken met de eerdere game uit 2011 die dezelfde naam droeg. In plaats van een of andere indiaan, speel je een wetenschapper die onderzoek doet naar de wezens waar we het eerder over hadden. Daar is het ruimtestation dan ook op ontworpen. Onderzoek doen, en quarantaine. De wezens mogen namelijk in geen geval de aarde weten te bereiken. De Mimics zijn maar de kleine broertjes van een ras genaamd de Typhon. Samen met je broer probeer je bepaalde eigenschappen van de Typhon over te brengen op mensen door gebruik van Neuromods, een soort plugins als het ware, die de mens in staat moet stellen tot zoveel meer dan ze gewoonlijk kunnen.
Het is heel duidelijk dat de makers, Arkane, heel goed hebben nagedacht over het idee van het spel. Het verhaal is echt belangrijk in deze game, die dan ook verre van een shooter is. Veel meer is deze game gericht op overleven, het vinden van Neuromods en een mogelijkheid vinden om ergens binnen te komen waar dat eerst niet mogelijk lijkt te zijn. De Talos I stikt namelijk van de kleine geheime gangetjes en kamers waar je met wat vernuft een weg naar binnen kunt vinden. Je vindt daar ook vaak cruciale onderdelen en stukken verhaal die belangrijk zijn.
Als speler van Prey moet je beschikken over een engelengeduld, want je kunt nog zo goed de richting weten waar je objective zich bevindt, dat wil niet zeggen dat je daar ook zonder kleerscheuren zult komen. Richting is namelijk één ding, maar obstakels zijn er ook nog, en die zul je niet zien. Zo denk je misschien echt dat je er net bent, als je erachter komt dat die deur waar je doorheen moet, gesloten is en er geen keycard of iets in de buurt is. Zoek dan maar weer eens uit hoe je er toch naar binnen komt. Dat is tegelijk ook het mooie aan Prey, want er is altijd wel een manier om die deur binnen te komen.
Ook belangrijk is dat je echt niet alles hoeft te doden. Sterker nog, het is zelfs helemaal mogelijk om zonder de wezens te doden, toch verder te komen. Met het betere sluipwerk zou je ongezien langs kunnen komen. Het blijft echter een flinke uitdaging omdat, zoals gezegd, deze wezens ook erg goed zijn in het verstoppen van zichzelf. Dan is de Mimic overigens ook nog maar de minste van de gevaren die je tegen zult komen. Toch blijven dat wel de wezens waar je het meest voor moet blijven waken. Even rustig blijven kijken naar die prullenbak bijvoorbeeld, is er niet bij. Het kan zomaar een Mimic zijn. En dus zul je al snel overal tegenaan slaan om maar zeker te zijn dat je niet plotseling wordt aangevallen.
Wapens zijn daarnaast ook niet bepaald talrijk in het spel. Je hebt de steeksleutel, die je al in het begin zult vinden. Daarnaast beschik je nog over een GLOO Canon, een pistool, shotgun en een zogeheten Q-beam. Dan kun je de jezelf ook nog wat verbeteren door middel van de Neuromods, maar daar zul je het dan ook echt mee moeten doen. Het GLOO-Canon is erg grappig. Hiermee schiet je grote klodders lijm, waarmee je je tegenstanders dus letterlijk tegen de muur kunt plakken. De Q-beam is lastiger, daarmee kook je als het ware je tegenstander, maar dan moet je wel tijd voor jezelf kopen, want snel is het wapen niet.
Neuromods maken je leven een stuk eenvoudiger, maar tegelijkertijd ook weer niet. Dat laatste zullen we even uitleggen. Met Neuromods neem je dus eigenschappen over van de Typhon, maar daarmee wordt je dus ook een stukje meer buitenaards. Moet je dat wel willen? Ja, want daarmee kun je dingen die je normaal niet zou kunnen, maar ook nee, want daardoor zullen turrets op het ruimtestation je als buitenaards gaan zien, en dus ook op je schieten. Wat? Ja zeker! De turrets aan boord van het ruimtestation beschikken over een soort van sensor die buitenaards DNA detecteert. Dus als je teveel buitenaardse eigenschappen hebt, ben je daar plotseling ook niet meer veilig voor.