Het is de laatste jaren in om remakes uit te brengen van bekende games op de consoles van de vorige generatie, naar de huidige generatie. Het is nu dan ook de beurt aan Resident Evil en dan wel in het bijzonder de eerste en een prequel Resident Evil Zero. Veel mensen noemen dit uitmelkerij, maar feit is dat games van vroeger het vaak nog steeds ook erg goed doen op de huidige generatie. Het is dus tijd om Resident Evil Origins eens aan de tand te voelen.
Resident Evil kwam eigenlijk eerder uit dan Resident Evil Zero, maar de logische speelvolgorde is toch echt eerst Zero, dat verhaal speelt zich namelijk af voor het andere deel. We volgen de Ecleptic Express terwijl deze door de bergen net buiten Raccoon City reist. Het duurt niet lang of het vredige tafereel wordt wreed verstoord door een gigantische hoeveelheid vreemdsoortige bloedzuigers. Het S.T.A.R.S. team gaat op zoek naar de trein en wanneer ze deze vinden blijkt de trein een soort spooktrein te zijn geworden. Iedereen is dood, maar het blijkt dat de dood toch niet zo definitief is als je zou denken.
Dit verhaal vormt eigenlijk de basis voor het eerder uitgebrachte Resident Evil waar twee teams, Alpha en Bravo, op pad worden gestuurd nadat er een reeks moorden heeft plaatsgevonden in en om een verlaten landhuis. Al snel blijkt echter dat team Bravo is verdwenen en het is aan het Alpha team om uit te zoeken wat er met het andere team is gebeurd. Uiteraard levert dit de nodige schrikmomenten op en dan niet op de goedkope manier zoals we die tegenwoordig regelmatig zien.
Remakes hebben de vervelende eigenschap dat ze vaak van wat oudere games zijn en in het geval van de Resident Evil games is dat zeker het geval. Beide games kwamen oorspronkelijk in 2002 voor de GameCube uit en deze versie is door Capcom ook als de bron gebruikt voor de nieuwe remakes en dat was geen eitje. Tegenwoordig heeft iedereen breedbeeld tv’s bijvoorbeeld- iets wat vroeger niet eens bestond – de verhouding moest dus worden aangepast. Ook bleek de besturing even wennen. Het lijkt erop dat men bewust heeft gekozen om de sfeer van de oude games intact te laten. Dat kan voor de moderne gamer even wennen zijn, want de camera draait bijvoorbeeld lang niet altijd mee met waar je heen kijkt, met als gevolg dat je soms ergens op staat te schieten, wat je helemaal niet ziet.
Een verschil met moderne games is ook dat het tempo een heel stuk lager ligt. Hier zijn de zombies nog langzaam, zoals dat vroeger ook gebruikelijk was. Het geeft een ander soort spanning dan we vandaag de dag gewend zijn. Zoals gezegd is de oude besturing even wennen, maar voor de mensen die vroeger een Gamecube gehad hebben en die deze besturing gewend waren, zal het vast een genot zijn om het weer op deze manier te spelen. Voor nieuwe spelers kan dit af en toe mogelijk wat irritant zijn. Met de sfeer in de game zit het wel goed, maar de cutscenes zijn wel hopeloos verouderd. Een voorbeeld hiervan is het openen van een deur. Hierbij krijg je de deur in beeld en hoor je alleen het geluid van de deur die open en dicht gaat. Even wennen.
Waarin deze Resident Evil games beiden excelleren is het opbouwen van een soort spanning die uniek is voor deze oude games. De onvoorspelbaarheid van de actie is tegenwoordig ongeëvenaard. Zo loop je door een kamer en waar niets aan de hand is, maar als je er echter nog een keer moet terugkomen kan er zomaar ineens wel wat gebeuren. Je bent dus nooit zeker van veiligheid en dat maakt dat je heel de tijd in spanning zit. De games zijn daarbij ook niet makkelijk, want je moet zeer spaarzaam zijn met je leven. Nu zou je zeggen, dat moet je toch altijd? Maar in deze games heb je er ook maar erg weinig van. Wat het ook niet makkelijk maakt is dat je zogenaamde inktrollen moet verzamelen om het spel te kunnen opslaan, en je raadt het al: ook die zijn schaars.