Yooka-Laylee is zowel een hommage aan de traditionele 3D-platformer als de spirituele opvolger van de Banjo-Kazooie games. Degene die altijd al hoopte op een vervolg op de avonturen van de vrolijke, lieve beer en de chagrijnige vogel met de scherpe tong hoeft niet verder te zoeken: Yooka-Laylee volstaat, ruim. Maar hoe zit het met de mensen die niet zijn opgegroeid met de B-K games? Hoe is deze nieuwerwetse collect-a-thon voor de mensen die niet door een rooskleurige, nostalgische bril kijken? Vanuit dat laatste perspectief is deze review geschreven.
Het verhaal opent met de introductie van de slechterik, Capital B, en zijn snode plan om alle boeken van de wereld te stelen zodat ze de enige aanbieder op aarde zijn. Hoe ze dat van plan zijn? Simpel: door een machine die de boeken opzuigt waar ze ook liggen, gebouwd door de rechterhand van de slechterik, Dr. Quack. De titulaire Yooka, het groene hagedisje, en Laylee, de paarse vleermuis, zijn ondertussen gewoon rustig aan het picknicken. Dan vliegt Laylee’s speciale ‘profit book’ dat naast hem lag opeens de lucht. Die wordt ook opgezogen! Tijdens de vlucht verliest het boek veel belangrijke gouden pagina’s. Die pagina’s wil je natuurlijk terug, net zoals de rest van je boek! En zo vertrekken Yooka en Laylee op hun queeste, die zich uiteraard al snel onderverdeelt in een groter onderliggend complot dat ze op moeten lossen, dat natuurlijk allerlei zijqueestes met zich meebrengt. En voor je het weet, heb je uren en uren plezier beleefd aan het helpen van geinige personages in de wereld, het spelen van leuke minigames, het verzamelen van honderden collectables en het vrijspelen van nieuwe spelwerelden.
Tot zover de rozengeur en maneschijn. Want man-man-man, wat was het lastig de game serieus te nemen in het begin. Zodra je de game opstart en de openingsscène begint met Capital B en Dr. Quack, bestaat er een hele grote kans dat je je gelijk ontieglijk stoort aan de manier waarop de personages in Yooka-Laylee praten. Per lettergreep maken ze namelijk een geluid. Zo maakt Capital B een hard ‘MMMH’-geluid en kwaakt Dr. Quack non stop (wat meer klinkt als een toeter). Op papier klinkt dit misschien niet zo erg, maar in de praktijk verloopt een dergelijk gesprek dus als volgt: “MMMH-MH-MMMH-MH-MH-MHMH-MMMMHH”. “HONK-HO-HO-HONK-HONK-HON-HONK-HONK-HON-HONK-HONK.” Wat ook niet helpt is dat alles heel duidelijk door mensen is ingesproken. Het is moeilijk voor te stellen dat niemand van de ontwikkelaars dacht “Hey, dit is echt onwijs irritant. Misschien moeten we dit níet doen? Of in ieder geval niet per lettergreep? Anyone?” Op zich is het niet raar dat ze het erin hebben gedaan op deze manier, want in de Banjo-Kazooie games praatten ze ook zo. Al heb ik daar fragmenten van opgezocht en daar vond ik het wat minder prominent aanwezig en de stemmetjes klonken meer als simpele tonen dan als verwrongen menselijke wurggeluiden.
Dit was een eerste irritatie die overkomen moest worden. De tweede was de besturing, en de derde de camera. Yooka en Laylee besturen in de eerste instantie verre van intuïtief. Je moet ze echt wel even leren besturen. Zij vliegen tezamen alle kanten op en dat is ongeveer wat je wilt, maar je camera doet dat dus ook! Dat is wat minder gewenst. Het begin van Y-L verliep dus nogal stroef, en dat is jammer. Want onder deze onheilspellende oppervlakte gaat een aardig vermakelijke platformer schuil, met zijn hart op de juiste plaats.
Eenmaal gewend aan alle hinderende elementen kon er plaats worden gemaakt voor de resterende en leuke aspecten. Zo is de muziek wederom verzorgt door Grant Kirkhope; de componist van de originele Banjo-Kazooie en ook de Donkey Kong-reeks. Geen onbelangrijk detail, want die beslissing zorgt voor de cruciale upbeat muziekjes die deze spelwereld een typisch vrolijk en olijk gevoel meegeven. Het gros van de vijf aanwezige spelwerelden zijn ontzettend kleurrijk en prachtig vormgegeven en het kan een waar genot zijn om in de over het algemeen goedbevolkte landjes rond te rennen, rollen en huppelen op zoek naar dingen om te doen. Die zijn gelukkig nooit ver van je verwijderd. Behalve in de casinowereld, die bevat opvallend veel lege tussenruimtes.
Yooka-Laylee is qua opzet een old school collect-a-thon. Dat houdt in: verzamelen, verzamelen, verzamelen! Er zijn letterlijk honderden items te verzamelen in dit spel en de meesten van die items spaar je met een doel. Zo zorgen ‘quils’, oftewel veren, ervoor dat je bij de listige slang Trowzer (het is een slang in een broek. Yes, all puns intended) nieuwe technieken kan leren die ervoor zorgen dat je specifieke puzzels kunt oplossen waardoor je weer verder komt in de wereld. Er zijn spookjes die je kan vangen, die allemaal ook nog eens op hun eigen manier gevangen moeten worden. Daarnaast ook nog de gouden pagina’s genaamd Pagee’s, waar je de nieuwe spelwerelden (bestaande uit onder meer het ijskoude Glitter Glacier en het humeurige Moodymaze Marsh) mee kan vrijspelen óf de werelden die je al hebt uitbreiden. In-game kan het soms wat vreemd aanvoelen om op een brug te stuiten die in het midden ophoudt en ervoor zou zorgen dat jij in een lege afgrond zou storten. Aan de andere kant is het ook geinig om alvast te kunnen zien waar je dan heen kan, als je eindelijk die upgrade hebt vrijgespeeld.
Het beste aan Yooka-Laylee is niet het platformen, niet de geinige banter en constante referenties naar van alles en nog wat, niet de stijl, en niet de muziek. Het is de combinatie van dat alles: de atmosfeer die de game weet te bewerkstelligen. Het is fijn en ontzettend vermakelijk om je te verliezen in de werelden van Yooka-Laylee, ondanks de opvallende gebreken. Het voelt alsof er onder iedere steen een geheim op je ligt te wachten totdat je ‘m ontdekt en waar je ook loopt vind je wel iets. Het voelt daardoor alsof je op ieder punt van de dag wel progressie maakt, en dat vinden wij gamers altijd chill, nietwaar? Na de eerste wereld heb je door hoe makkelijk je een geheim kan laten liggen, en dat wil je niet. Dat moedigt weer aan om echt ieder hoekje uit te kammen. Want bovenaan de trap kan er zomaar een gigantische levende tempel je proberen uit te roeien en om de hoek kan er slotgracht overbrugd worden die leidt tot een hoog kasteel waar je op de vierde verdieping een pratend mijnkarretje tegenkomt die je vraagt om honderd edelstenen te verzamelen in een minigame waarbij je in hem moet springen en je leven in de waagschaal moet stellen terwijl je dat doet. *Haalt adem*. Etcetera.
Dus, om terug te komen op de vraag in de intro: ja, Yooka-Laylee blijkt – na de initiële irritaties – een zeer degelijke 3D-platformer te zijn voor zowel nieuwelingen als B-K fans. Het is bij lange na geen perfecte game, maar gezien de schaarste van 3D-platformers van deze aard is dit meer dan een welkome toevoeging aan de collectie.