Hoewel de rubriek Spinsels bij Undercover Movies hoort, ga ik het vandaag toch hebben over games. Maar, om toch bij de meer ‘passieve’ media-entertainment te blijven, ga ik het specifiek hebben over het kijken van games. Vroeger, toen de Pentium 3 nog helemaal hip was, kwam ik wel eens bij vriendjes spelen en keek ik meer mee dan dat ik zelf speelde, en dat vond ik helemaal niet erg. De moeder van het vriendje bleef natuurlijk maar aandringen dat ik ook een keer mocht spelen, maar kijken vond ik net zo leuk. Eigenlijk is dat nu nog steeds zo: als ik en m’n vriendin Assassin’s Creed op de Xbox 360 spelen is zij vooral degene die de controller in handen heeft, en ik kijk toe en geef commentaar. Sinds kort ben ik weer wat actiever aan het gamen op de pc, en dan voornamelijk het spel Heroes of the Storm van Blizzard. Ik ben inmiddels best goed geworden – al zeg ik het zelf – en ik snap eindelijk wat er zo leuk is aan intense potjes klikken en button bashen om steeds meer vaardigheid te krijgen in het online spel. Eindelijk ben ik een actieve gamer! Ik voel me een ware topsporter als ik de zoveelste hero afmaak met een mooie combo waardoor mijn team het spel wint. Dat is dan meteen erg ironisch, want ik heb altijd een gruwelijke hekel gehad aan sport. Al helemaal het gedoe er omheen: de voetbalwedstrijden waar heel de wereld van wakker ligt (waarbij regelmatig dingen als monumentale fonteinen worden gesloopt), de Oranjegekte elke twee of vier jaar en de oplopende emoties die ontstaan als 22 man op een stuk gras achter een bal aanrennen. Nee, voor mij geen sport, dan toch liever gamen.
Daar dreig ik echter over mijn eigen principes te struikelen. Laatst ontdekte ik namelijk de zogenaamde eSports wereld, waarin competities worden georganiseerd rondom bepaalde online games. Dat blijkt ook zo te zijn bij Heroes of the Storm, waarmee je ook nog een aardige prijs binnen kan slepen. Nou voel ik me zeker niet geroepen om daar aan mee te doen, maar ik moet toegeven dat het kijken van de toernooien een stuk leuker is dan ik had gedacht. Als je eenmaal weet welke dimensies een spel kent en je weet hoe het voelt om in bepaalde situaties te zitten, dan leef je veel meer mee met de gamers achter de heroes. Ook al geef ik het niet graag toe, er zijn dus best veel parallellen met een voetbalwedstrijd. Ein-de-lijk begin ik de hooligans te begrijpen. Vanuit een media oogpunt gebeurt hier iets vreemds. Als toeschouwer van een eSports toernooi kijk je naar animaties op het scherm, maar je weet dat die worden bestuurd door mensen. Je ziet (meestal) geen persoonlijke reactie maar je wordt wel voorzien van net zo’n hyperactief, humorloos commentaar als bij voetbalwedstrijden. De presentatoren hebben zelfs een enorme gamer-headset met microfoon op en mooie momenten worden achteraf uitgebreid geanalyseerd. Driftig zit ik dan mee te schrijven welke tactieken ik voor mijn favoriete hero het beste kan inzetten. Ben ik dan eindelijk gevallen voor de hype waar ik me al die jaren tegen heb afgezet?
Het enige verschil is dat ik geen behoefte heb om voor de ene of de andere club te zijn. Ik kijk het om de dynamiek van het spel te zien, om er van te leren en om er zelf beter van te worden. En dan is nog maar de vraag hoe lang ik dit blijf doen, want een ‘simpel spelletje’ als deze is natuurlijk iets anders dan een van de meest gespeelde sporten ter wereld. Toch lijkt eSports me een leuke tegenhanger van het sport kijken zoals we gewend zijn. Mensen kijken ook om 3 uur ’s nachts naar pokertoernooien op televisie, dus waarom zouden we geen gametoernooien gaan uitzenden? Dus bij deze: als je meeleest RTL7, wil je alsjeblieft wat eSports rechten opkopen? Dan kunnen de sportievelingen die niet van beweging houden toch meedoen met het fanatieke enthousiasme van sport op televisie. Misschien dat ik zelfs een keer toeterend door de straten ga rijden terwijl ik het heroes lijflied uit volle borst meezing.
Kevin Pennekamp
Leuk artikel! Voor mij persoonlijk speelt het ook wel echt mee dat het commentaar bij eSports (althans, het gene wat ik zelf ooit heb gezien) echt uitnodigt om verder te kijken en te luisteren. Het is een stuk energieker, meeslepender en diepgaander dan de gemiddelde (en ook boven gemiddelde) voetbalcommentator, zeker die hier in Nederland. Al hebben ze nog niet kunnen tippen aan de befaamde: “DENNIS BERGKAMP DENNIS BERGKAMP!” uit ’98.
Sylvano Witte
Het is ook een hele leuke wereld! Je merkt dat steeds meer mensen in Nederland het fenomeen kennen. Tijdens de gamescom zie je ook steeds meer mensen die interesse hebben in eSports.