Van cyberaanval tot nucleaire oorlog
Een wereldwijd conflict ontstaat in 2034 nadat een Amerikaanse torpedoboot op de Zuid-Chinese Zee tijdens een tocht – wat als een routinematige tocht oogt – tot zinken wordt gebracht door Chinese schepen. Sarah Hunt is de commandant van de Amerikaanse vloot en moet haar troepen in crisis na de onverwachte aanval leiden in wat op een oorlog begint te lijken. Tussen de landsgrenzen van Iran en de Verenigd Arabische Emiraten, aan de andere kant van Azië, wordt de straaljager van marinier-majoor Chris Mitchell met een cyberaanval neergehaald. Mitchell wordt gegijzeld door Iraniërs.
Deze acties zorgen voor twijfel over de kwaliteit van het normaal zo sterke Amerikaanse leger. Hun computersystemen worden door nieuwe technologieën uit Azië nu ogenschijnlijk simpel onschadelijk gemaakt. In Washington krijgt plaatsvervangend nationaal veiligheidsadviseur Sandeep Chowdhury er een zware taak bij. Ook wanneer zijn achtergrond ineens een belangrijke rol gaat spelen in de wapenwedloop. Aan de andere kant bevindt zich Chowdhurys Chinese tegenhanger Lin Bao. Bao, halve Amerikaan van origine, die bij de vijand studeerde en het liefst weer terug zou willen, is een van de opdrachtgevers voor de gevechten in de Zuid-Chinese Zee.
De acties boven en op het water zijn het begin van een confrontatie die uitmondt tot een Derde Wereldoorlog wanneer ook landen als Iran, Rusland en India zich ermee gaan bemoeien. Wat volgt zijn nucleaire aanvallen over en weer tussen de Verenigde Staten en China en een verrassende derde die aan het langste eind trekt en de vrede weet te bewaken…
Balans ontbreekt
Over het algemeen is de schrijfstijl van 2034 prettig en vlot leesbaar, alleen mag het op sommige momenten wat meer schwung hebben. Daarnaast ontbreekt een balans tussen bondigheid en uitweiding. Juist bij belangrijke kernpunten in het verhaal verlang je als lezer naar meer sappige en veelzeggende details, waar die kleinigheden en uitgebreide omschrijvingen op andere momenten in het boek juist teveel aanwezig zijn. Met name de inleiding is hier een goed voorbeeld van.
Los van een (deel van de) scène in het slotstuk, maak je als lezer geen enkel actiemoment mee in het boek. En dat is wel wat je verwacht van een oorlogsthriller. Over belangrijke slagen en keerpunten in de strijd wordt alleen verhalend en niet eens zo heel uitgebreid verteld. Daardoor krijg je het gevoel alsof je je niet in het moment begeeft, maar alles van horen zeggen doorkrijgt. Wat enerzijds logisch is gezien de positie van de hoofdpersonen. Maar anderzijds zorgt dit ervoor dat een stukje beleving ontbreekt.
De schrijvers zijn duidelijk bekend met de termen die zij gebruiken, maar dit zorgt ervoor dat de tekst ietwat technisch wordt voor een onervaren lezer op het gebied van oorlogsvoering. Bepaalde soorten (gevechts)voertuigen, militaire rangen en wapens worden soms niet of niet duidelijk genoeg toegelicht, waardoor het boek wellicht wat specialistisch overkomt.
Kruisende verhaallijnen
Van een zeeslag tot het gooien van een atoombom. 2034 is opgedeeld in hoofdstukken die elk bestaan uit een grote gebeurtenis die zich voordoet. Binnen deze hoofdstukken bestaan verschillende verhaallijnen. Een voor iedere hoofdrolspeler. Dit onderscheid is duidelijk zichtbaar. Zo staan voorafgaand aan de tekst de tijd waar en wanneer de situatie zich afspeelt, met bijbehorende tijdszones. Alleen is het soms gissen waar de – voor een leek – onbekende plaatsen zich bevinden.
De paragrafen per personage zijn soms wat te kort om echt in het verhaal te komen. Op het moment dat de situatie net helder is, gaat het boek verder bij het volgende personage, wat het verhaal niet ten goede komt. Daarnaast worden de personages ook niet echt uitgediept. Je komt wel het een en ander over hen te weten, maar echte interessante eigenschappen en details worden achterwege gelaten. Wat wel interessant is, is dat de verhalen zich op een gegeven moment samenvoegen doordat de karakters met elkaar in aanraking komen. Maar toch is het lastig om het verhaal aan het einde van het boek als bevredigend te zien. Het gevoel dat iets ontbreekt blijft knagen. Ook omdat het niet heel realistisch is.
Expertise
De schrijvers van dit oorlogsverhaal baseren hun werk niet alleen op fantasie, maar ook op feiten en eigen kennis en ervaring. Als Special Operations Officer bij de Amerikaanse Marine met uitzendingen naar het Midden-Oosten en zuidwest Azië is Elliot Ackerman een ware expert. Dit zie je in het boek ook wel terug, zoals bij de gedetailleerde omschrijving van de vlotenoorlog tussen Amerika en de Aziatische landen. Ook James Stavridis kent zijn oorsprong in de marine. Zo droeg hij in het verleden de titel admiraal als Supreme Allied Commander, oftewel leider van het militaire commando van de NAVO.
Beide auteurs maakten daarnaast al verschillende fictie- en non-fictieboeken. Ackerman schreef onder meer voor Esquire en The New York Times Magazine en werkte als White House Fellow ten tijde van het presidentschap van Barack Obama. Stavridis is ten tijde van uitgave analist voor de nieuwszender MSNBC en columnist voor Time Magazine.
Zo begint derde wereldoorlog
Mogelijk niet beschikbaar