Operator is de autobiografie van iemand die als moderne held kan worden bestempeld: Robert O’Neil, de man die Osama bin Laden doodde. In deze intieme blik achter de schermen komt de lezer niet alleen veel te weten over O’Neil zelf, maar ook over de befaamde Navy SEALs. Vanaf zijn vroege jeugd in het kleine Amerikaanse stadje Butte, tot het moment dat hij besloot zich aan te melden bij het leger en de daaropvolgende loodzware trainingen en levensgevaarlijke missies, tot het uiteindelijke “hoogtepunt”: de dood van Osama bin Laden. Helaas is het boek bij lange na niet zo spannend als de missies die O’Neil en zijn collega’s uitvoerden en is het niet zelden een worsteling om de pagina’s om te slaan.
Robert O’Neil neemt ons in zijn autobiografie mee op zijn reis, waarbij hij begint met zijn vroege jeugd. Dit is echter maar een zeer klein gedeelte van het boek; verreweg het grootste deel van het boek bestaat uit de trainingen die Navy SEALs moeten ondergaan als ze eenmaal door de voorselectie zijn gekomen. Tijdens deze trainingen wordt het O’Neil duidelijk dat alleen de mannen met keiharde wilskracht dit kunnen overleven (er vallen letterlijk af en toe doden bij deze trainingen). Het laatste gedeelte van het boek wordt in beslag genomen door de missies die O’Neil en zijn teams uitvoerden. De twee meest in het oog springende missies zijn de bevrijding van kapitein Richard Philips (later verfilmd met Tom Hanks in de hoofdrol) en de missie waarbij Osama bin Laden is gedood. Als lezer ben je juist benieuwd wanneer deze laatste missie wordt beschreven en dit gevoel wordt steeds sterker naarmate het boek vordert. Dit gedeelte is uiteindelijk maar zeer klein, wat toch een beetje als een anticlimax voelt.
“Vanavond kan ik het Amerikaanse volk en de wereld mededelen dat de Verenigde Staten een operatie hebben uitgevoerd waarbij Osama bin Laden […] is gedood.”
Er moet helaas worden opgemerkt dat vlot schrijven niet een van de gaven is van Robert O’Neil. Hoewel het beschrevene vaak spannend en meeslepend is, lukt het O’Neil desondanks niet de lezer mee te slepen in zijn leven. De trainingen voor Navy SEALs zijn keihard en bedoeld om ervoor te zorgen dat de “zwakken” vroegtijdig stoppen. Daarom worden de SEALs in opleiding niet alleen bikkelhard afgemat met allerlei trainingsroutines, maar worden ze bovendien continue getreiterd door de docenten. Dit zou perfecte stof zijn om je als lezer helemaal te identificeren met de positie van de O’Neil en mee te leven met zijn ontberingen en daarom des te meer ontzag hebben voor zijn doorzettingsvermogen. Op de een of andere manier blijven beide gevoelens echter uit. Door een vreemde combinatie van zowel proberen op de gevoelens van de lezer in te spelen, als alles proberen zo zakelijk mogelijk te beschrijven, doet het geheel erg chaotisch aan. Bovendien speelt O’Neil met de manier waarop hij omgaat met de tijd: af en toe citeert hij een of meerdere zinnen of gesprekken, terwijl op andere momenten hele maanden in dezelfde hoeveelheid tekst wordt beschreven. Hoewel dit moeilijk anders kan in een autobiografie, komt dit in dit boek de algehele leeskwaliteit absoluut niet ten goede. Wat nog overblijft voor de lezer is een gevoel van complete verbijstering over de manier waarop wordt omgegaan met de SEALs tijdens hun opleiding. Als kanttekening kan hierbij worden vermeld dat een groot deel van de taal- en stijlfouten wellicht te wijten zijn aan de Nederlandse vertaling, waardoor het Engelse origineel wellicht iets gemakkelijker weg leest.
Robert O’Neil benadrukt in zijn autobiografie dat het volstrekt toevallig was dat juist hij Osama bin Laden doodde: het had net zo goed een willekeurig ander lid van zijn team kunnen zijn. Helaas is dit ook het gevoel waarmee je als lezer dit boek neerlegt als je er mee klaar bent: de daden van de SEALs zijn zonder twijfel ontzettend moedig, maar er is simpelweg te weinig persoonlijkheid in dit boek. Ieder andere Navy SEAL had dit boek kunnen schrijven, met uitzondering van de ongeveer 40 pagina’s waarin de missie wordt beschreven waarbij Osama bin Laden is gedood. Het grootste deel van dit boek is een beschrijving van de manier waarop SEALs worden getraind en hoe hun missies eruitzien. Hoewel dit op zich interessant is om te lezen, zou een autobiografie veel meer moeten zijn dan een feitelijke beschrijving van iemands levensgebeurtenissen. Het zou de ziel, de essentie, van die persoon moeten overbrengen op de lezer. Je moet het gevoel hebben dat je bij de persoon in kwestie had kunnen zijn, waardoor je lacht als hij lacht en een traantje wegpinkt als hij huilt. Dergelijke emotionele verbindingen zijn in ‘Operator’ helaas afwezig en de weinige emotie die wel wordt beschreven, voelt daarom als een vreemde indringing. Dit zorgt er ook voor dat je weinig bijblijft van dit boek: je wordt namelijk nergens écht geraakt door de beschrijvingen van de helse trainingsmaanden, de opofferingen die je als SEAL moet doen op familie- en relatiegebied, of de spanning die je voelt voor een belangrijke missie. Een van de weinige pluspunten van deze autobiografie, is dat je een goed kijkje krijgt in de mentaliteit van de SEALs: ze hebben geen ruimte voor ambivalentie (“wij zijn goed, zij zijn slecht”) of angst.
Robert O’Neil is geboren op 20 april in 1976 in Butte, in de Amerikaanse staat Montana. Op negentienjarige leeftijd is hij bij het leger gegaan, waar hij in 2004 werd toegelaten tot de elite groep van Navy SEALs. In 2012 heeft hij ontslag genomen. Tijdens zijn zestienjarige dienstverband heeft hij naar eigen zeggen meer dan 400 missies gedaan, waarbij hij 52 onderscheidingen kreeg waaronder twee Silver Stars. Hij is nu in dienst bij het bedrijf Leading Authorities, waarbij hij trainingen geeft aan bestuurders.