Met het nieuwe jaar blazen we ook de rubriek Uit den Ouden Doosch nieuw leven in. Elke week zetten we een boek, film, serie of game dat al een tijd uit is en weer eens ter sprake mag komen in de schijnwerpers. De eerste Uit den Ouden Doosch van dit jaar gaat over Fahrenheit 451 van Ray Bradbury, een klassieker die je aan het denken zet.
Dystopische roman met een waarschuwing
Met de digitale snufjes en gadgetverslavingen van vandaag hebben we soms verhalen zoals Bradbury’s Fahrenheit 451 nodig om ons weer te laten realiseren hoe technologische revoluties uit de hand kunnen lopen. Al in 1953, toen de eerste editie van Fahrenheit 451 uitkwam, gaf Bradbury ons met zijn dystopische roman een waarschuwing voor hoe ons verstand kan worden vertroebeld met een stortvloed van ‘sociale’ programma’s, advertenties, technologie en onwetendheid. Een boek dat, zeker in het decennium van fake news, smartwatches en ‘smartphonezombies’, je tot nadenken zet.
Boeken verbranden
In Fahrenheit 451 volgen we brandweerman Guy Montag. Hij is lid van brigade 451 en verantwoordelijk voor het verbranden van boeken. Het nummer 451 is niet zomaar gekozen: papier vat vlam op 451°F. Met zijn collega’s en vlammenwerpers brandt Montag huizen met boeken tot de grond af – soms met de bewoners nog erin. Alle vormen van kennis worden weggevaagd uit de samenleving en Montag draagt hier graag zijn steentje aan bij, totdat een aantal dingen is zijn leven hem aan het nadenken zetten. Hij raakt in contact met de jonge Clarisse McClellan, zijn buurmeisje, die hem laat realiseren dat het leven uit meer bestaat dan de reality shows waar zijn vrouw aan verslaafd is, de censuur van de overheid en de gekmakende reclamespotjes waaronder iedereen bedolven wordt. Nadat Clarisse en haar familie opeens verdwijnen, begint Montag zich af te zetten tegen de maatschappij. Hij heeft in al die jaren stiekem een aantal boeken gered en bewaard, een geheim dat hij tegenover zijn vrouw en haar kennissen onthult. Totaal televisieverslaafd en gehersenspoeld verraden zij Montag en wordt hij zelf het doel van zijn brandweerbrigade. Opgejaagd door ‘The Hound’, een dodelijke robot van de brandweer, wordt Montag de meest gezochte persoon van het land.
Ze rinkelden als een monsterlijke kristallen kroonluchter in duizend klokkenspelen. Hun katachtige lachjes brandden door de muren van het huis, en nu schreeuwden ze naar elkaar over het geluid heen. “Ziet iedereen er niet geweldig uit!” “Geweldig.” “Je ziet goed uit, Millie!” “Goed.” “Iedereen ziet er prachtig uit.” “Prachtig!” Montag stond naar ze te kijken. “Ik zou hier niet moeten zijn,” fluisterde hij tegen zichzelf.
De overeenkomsten tussen Bradbury’s toekomst zoals beschreven in Fahrenheit 451 en vandaag zijn akelig. Flatscreen televisies, oordopjes voor communicatie en bankautomaten zijn dingen die destijds in Bradbury’s boek surrealistisch waren. Nu weten we niet beter dan dat het bij ons dagelijks leven hoort. Bradbury vertelde jaren na de release van Fahrenheit 451 dat hij het boek heeft geschreven als commentaar op hoe massamedia de interesse voor literatuur wegneemt. Of dat inmiddels ook werkelijkheid is geworden, daar mogen jullie zelf over beslissen, maar feit is wel dat de verkoop van boeken en print journalistiek de afgelopen jaren niet voortvarend was.
Ray Bradbury
Ray Bradbury werd geboren in Amerika in 1920. Naast boeken schreef hij ook filmscenario’s. In zijn jonge jaren was hij vaak terug te vinden in de bibliotheek waar hij boeken las van schrijvers zoals Jules Verne, Edgar Allen Poe en H.G. Wells. Uiteindelijk sprak vooral sciencefiction hem erg aan. Fahrenheit 451 is zijn bekendste boek, waarvoor hij onder andere inspiratie kreeg uit zijn afschuw voor de boekverbrandingen van onder andere de nazi’s. Hij overleed in 2012, na een leven waarin hij elke dag iets probeerde te schrijven. De New York Times noemde hem “de schrijver die het meest verantwoordelijk is voor het brengen van moderne sciencefiction naar de literaire mainstream.”
In 2018 kwam de film Fahrenheit 451 uit, gebaseerd op Bradbury’s boek. De meningen hierover waren verschillend, mede doordat de film een aantal cruciale elementen uit het boek mist die Bradbury’s boodschap overbrengen. Over de film kunnen wij niet oordelen – voor nu kunnen we alleen maar hopen dat het geen afbreuk doet aan het originele verhaal.
Ondanks dat het boek maar 158 pagina’s heeft, is Fahrenheit 451 geen boek dat als luchtig tussendoortje gelezen kan worden. Het is akelig realistische sciencefiction dat tot denken zet: een werk dat zo vaak geprezen is dat eigenlijk iedere literaire enthousiasteling het gelezen moet hebben.