In de rubriek ‘Pareltjes Onder het Stof’ zijn onze redacteurs achterin hun boekenkast gedoken om te speuren naar boeken. De enige voorwaarde is dat het boek niet jonger mag zijn dan drie jaar. Titels die de moeite waard zijn, worden nog eens onder de loep genomen en krijgen de aandacht die zij stuk voor stuk verdienen. Deze week herlas Anne het boek Mijn zus woont op de schoorsteenmantel, van Annabel Pitcher.
Ooit las ik Mijn zus woont op de schoorsteenmantel omwille van de titel. Ik wist nog niet waar het verhaal over ging, maar de titel wekte mijn nieuwsgierigheid. De nieuwsgierigheid was het begin van een rollercoaster aan emoties waar dit verhaal je in meeneemt.
Dit boek is een briljant geschreven relaas over familie, verlies, en hoe daarmee te dealen.
De verteller is Jamie Matthews, een jongen van 10. Vijf jaar geleden is zijn familie verscheurd geraakt door een tragedie. Bij een terroristische aanslag in Londen is Jamies zus Rose om het leven gekomen. De urn met haar as staat op de schoorsteenmantel. De urn maakt Rose in haar afwezigheid bijzonder aanwezig – een gegeven dat de familie plaagt.
De dood van Rose trekt een zware wissel op de ouders van Jamie. Zijn vader is een alcoholist, woedend op alle moslims omdat hij vindt dat zij zijn dochter hebben vermoord. Moeder is vertrokken om bij een man uit de supportgroep voor rouwverwerking te gaan wonen. Jamies vader besluit te verhuizen naar het Lake District. Het is een vlucht, maar zodra ze in hun nieuwe huis arriveren, krijgt de urn van Rose weer een plekje op de schoorsteenmantel. Jamie beseft dan dat alles bij het oude blijft.
Jamie raakt bevriend met iemand met wie hij volgens zijn vader geen vrienden zou moeten zijn: de moslima Sunya. Ze is slim en ronduit cool. Jamie heeft het zwaar; op zijn nieuwe school wordt hij gepest, zijn leraar mag hem niet echt en zijn vader krijgt de boel ook maar niet op de rit. Gelukkig heeft hij Sunya, zij sleurt hem overal doorheen.

Mijn zus woont op de schoorsteenmantel
Het vertelperspectief van de tienjarige jongen maakt dit boek bijzonder. Jamie beschrijft, vertelt – maar door alles heen zit altijd de onschuld van het kind dat de tragedie en de grote mensen niet echt begrijpt. Jamie kan zich Rose nauwelijks herinneren (hij was per slot van rekening nog maar 5 toen ze om het leven kwam). Daarom mist hij haar ook niet echt. Hij ziet alleen de problemen van zijn familie. Met name het feit dat de vader meer aandacht heeft voor zijn overleden dochter dan voor zijn levende kinderen is schrijnend.
Mijn zus woont op de schoorsteenmantel is enerzijds een onvoorstelbaar verdrietig verhaal. Dat Rose om het leven kwam bij een terroristische aanslag maakt dat het boek helaas actueel blijft. De sympathie die je als lezer voor de vader voelt wisselt: iedereen die een dierbaar (jong) iemand verloren heeft herkent het wanhopige verdriet. Zijn desinteresse in zijn andere kinderen is daarentegen volstrekt niet invoelbaar. Met Jamie leef je als vanzelf mee, en je voelt je in zijn plaats gefrustreerd over het feit dat zijn ouders er zo’n zootje van maken.
Anderzijds brengt het perspectief van het kind lucht en zelfs wat humor in het verhaal. Het werkt op bepaalde punten relativerend – zeker omdat Jamie zijn zus niet zozeer mist. Hij vindt het allemaal reuze vervelend, maar er gebeuren ook leuke dingen en dat maakt voor hem veel goed.
Mijn zus woont op de schoorsteenmantel blijft actueel. Er zullen altijd gezinnen zijn die een kind moeten missen als het afschuwelijke resultaat van terroristisch geweld. Natúúrlijk gaan ouders daar kapot aan – maar Jamies ouders maken er echt een potje van. Ook al word je tijdens het lezen soms boos op hen – je kunt ook begrijpen dat ze alles niet zomaar kunnen laten verdwijnen. Voor een verscheurd hart bestaat geen magische oplossing.