In de rubriek ‘Pareltjes onder het stof’ zijn onze redacteurs achterin hun boekenkast gedoken om te speuren naar boeken. De enige voorwaarde is dat het boek niet jonger mag zijn dan drie jaar. Titels die de moeite waard zijn worden nog eens onder loep genomen en krijgen de aandacht die zij stuk voor stuk verdienen. Deze week is het de beurt aan Lisa, die de klassieker van George Orwell weer eens opensloeg: Animal Farm.
Animal farm, of in het Nederlands ‘De boerderij der dieren, een sprookje voor grote mensen’, is een boek over het leven van boerderijdieren. Het boek neemt je mee door de opbouw van een kleine samenleving van deze dieren. Van mensen trekken de dieren zich niet altijd evenveel aan, maar naar wie luisteren ze wel? Wie is de leider van de dieren? De varkens menen zich deze rol aan te kunnen meten en onder leiding van Napoleon – oppervarken – komen zij aan kop. Alle andere dieren, zoals de schapen, honden, paarden, ratten, konijnen, een ezel en een kat, krijgen ook allemaal hun eigen plekje in de machtsverhoudingen. Uiteindelijk leidt deze poging tot ordening niet tot een perfecte samenleving, maar tot een regelrechte tirannie. Napoleon eigent zich steeds meer macht toe en tracht alles goed te praten door middel van propaganda en dreiging. Uiteindelijk beginnen de varkens op twee benen te lopen in plaats van op vier…
Tot dusver lijkt het misschien nog eerder een kinderboek met een moraal dan een ‘sprookje voor volwassenen’. Er zit alleen veel meer achter dit verhaal. Toegegeven, je moet wellicht een geschiedenisliefhebber zijn om de parallellen allemaal zelf te leggen, maar de grote lijn kan door velen uitgevogeld worden: de gebeurtenissen op de boerderij zijn een allegorie voor de gebeurtenissen tijdens de opkomst van de Sovjet-Unie. Het tirannieke varken Napoleon is bijvoorbeeld het spiegelbeeld van Stalin: de uitspraak ‘Alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen.’ komt van hem. Ook Lenin, Hitler en Marx passeren de revue.
George Orwell houdt de samenleving graag een spiegel voor. Misschien is zijn bekendere spiegel nog wel het boek ‘1984’, waaruit het grote publiek waarschijnlijk alleen het zinnetje ‘Big brother is watching you.’ kent. Animal Farm schreef hij tijdens de tweede wereldoorlog, naar aanleiding van de gebeurtenissen in Rusland na de Oktoberrevolutie. Zijn bedoeling was om de gebeurtenissen in een toegankelijk jasje te gieten, zodat iedereen de gang van zaken zou kunnen snappen en beoordelen. Animal Farm is doordrongen van kritiek op het totalitaire systeem en laat duidelijk de gebreken en de bespottelijkheid daarvan naar voren komen.
De personages uit dit boek zijn zorgvuldig gekozen en mooi uitgebeeld. Het ‘makke’ volk is bijvoorbeeld een groep schapen, aan wie wordt geleerd dat ‘vier benen slecht zijn en twee benen goed’. Verder zijn er twee karakters die de lezer vaak snel sympathiek vindt: Boxer het paard en Benjamin de ezel. Boxer is een harde werker, een grote goedzak, een vriendelijke reus. Hij is tegen de corruptie van de varkens, maar durft zich eigenlijk niet zo goed te verzetten. Ook Benjamin is kritisch, zelfs cynisch, over de revolutie. Hij kan net zo goed lezen als de varkens en heeft daardoor veel meer door dan bijvoorbeeld de schapen… Alle andere dieren hebben niet zo’n uitgebreide rol, maar toch zijn ook zij nuttig en goedgekozen in het verhaal.
Ook voor de mensen die geschiedenis al op de middelbare school hebben laten vallen, is dit boek een aanrader. Waarschijnlijk heeft deze groep iets minder lol met de parallellen uit de geschiedenis te zoeken, maar het boek biedt meer dan dat. Het is makkelijk weg te lezen en er gebeurt gedurende het boek veel. De personages zijn treffend en amusant, en het einde stelt niet teleur. Met recht een klassieker en met recht een pareltje.