We kennen allemaal de verhalen van de tweede wereldoorlog en we hebben ook wel eens verhalen gehoord vanuit Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. En steeds vaker komen er de verhalen van onschuldige mensen die worden aangezien voor de vijand. Schuilen tussen bamboe is zo’n verhaal. Een verhaal over een Oostenrijkse jongen in Nederlands-Indië, die te maken krijgt met de onhebbelijkheden van volwassen mensen die oorlogvoeren.
Grand Hotel Lembang
Het verhaal gaat over Victor/Vicky/Bubi (wat Oostenrijks is voor jochie) en zijn leven op Java. Zijn vader en tante Hilda hebben samen het Grand Hotel Lembang. Victor is van oorsprong Oostenrijks en is op jonge leeftijd naar Java gekomen. Door het hotel heeft de familie veel aanzien in de omgeving en zijn ze gewaardeerde leden van de gemeenschap. En dan komt 10 mei 1940 en verandert de hele situatie. Plotseling wordt iedereen die Duits spreekt gezien als staatsgevaarlijk, dus ook de familie Treipl, en alle mannelijke leden van de familie worden vastgezet. De bezittingen van de familie worden in beslag genomen en ook het hotel waar ze zo hard voor hebben gewerkt wordt vanaf dan beheerd door een Nederlander. Deze Nederlander blijkt de boel op te lichten en het hotel loopt slecht. Daardoor wordt het door de Nederlanders verkocht, iets wat ze niet hadden mogen doen. En dan verschijnen de Japanners ten tonele en zijn de rollen redelijk omgedraaid. Al gedogen de Japanners de Duits sprekende inwoners, blij zijn ze er niet mee. De ingevorderde spullen krijgen ze er helaas niet mee terug. Ze moeten wederom verhuizen. Ze komen terecht in een geïsoleerd bergdorp. De oorlog komt ten einde en weer worden ze verplaatst, deze keer naar een kamp in Batavia, hier krijgt Victor een lang verborgen familiegeheim te horen. Dit is het moment waarop de zoektocht begint naar zijn eigen identiteit. Een tijd waarin hij zijn eigen keuzes moet durven maken.
Vrije geest
Birgit Treipl (Amersfoort, 1965) is een Nederlandse schrijfster die sinds 2011 in Brits-Columbia in Canada woont samen met haar man en Golden Retriever. Birgit heeft bij verschillende bedrijven gewerkt als account- en communicatiemanager en ze is oprichtster van twee bedrijven: Flexconnection en WOMEN-AT-WORK. Schuilen tussen bamboe is haar eerste boek en “een droom die werkelijkheid is geworden”.
Victor
Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Victor, de hoofdpersoon. Dit is ook de vader van de schrijfster. De zinnen zijn niet lang en ingewikkeld en de woorden die gebruikt worden zijn niet moeilijk. Er worden wel veel Indische woorden gebruikt en daarvoor zit er achterin een woordenlijst met vertalingen. Het gebruik van de Indische woorden geeft het boek iets extra’s. Naast het verhaal van Victor krijgen we soms een inkijkje in de manier waarop de Birgit contact had met haar vader over zijn verhaal, dit zorgt voor een extra laag in het verhaal. De schrijfster gebruikt termen die historisch correct zijn en ze laat deze mee veranderen als de tijden in het verhaal veranderen, dit voelt heel natuurlijk aan
Hij is groot en glimt. Er is geen spiegel in mijn kamer. Het enige wat ik heb, is het raam. Ik ga op mijn bed staan en kijk naar de omtrek van mijn hoofd. Ik steek mijn tong uit en grijns van oor tot oor. Daar gaan we even verandering in aanbrengen!
Alang Alang
Wat een mooi verhaal en dan te bedenken dat het echt gebeurd is, ondanks alle tegenspoed die een mens over zich heen kan krijgen komt Victor er goed uit. Al hebben de verschillende gebeurtenissen wel diepe wonden achtergelaten. De hoofdstukken waarin dochter en vader met elkaar spreken via een Skyp-egesprek zorgen voor een extra laag in het verhaal en daarin merk je de sterke band tussen vader en dochter en de liefde die ze voor elkaar voelen en hoe vreugdevol ze zijn met hun samenwerking. Dit boek geeft een goed beeld van hoe het er aan toe ging tijdens de verschillende bezettingen van Nederlands-Indië en welke gevolgen het had voor Victor en zijn familie, tot ver na de oorlog. Het gebruik van Indische woorden maakte dat je dacht daar ook werkelijk te zijn. Stoppen met lezen was bij dit boek misschien wel het moeilijkst, soms was het net of je naast Victor in een van de tjemara’s in de tuin van het Grand hotel Lembang zat en iedereen kon bekijken, zonder dat ze het in de gaten hadden.