De Vaticaanmoorden is het eerste boek van de hand van David Hewson met Italiaanse politieagent Nic Costa in de hoofdrol. Het is een thriller die een beetje het midden houdt tussen bijvoorbeeld boeken van Dan Brown en de meer “klassieke” thrillers. Aan de ene kant wordt er veel tijd en ruimte gemaakt voor lange beschrijvingen van kerken, schilderijen en andersoortige onderdelen van het Italiaanse landschap, terwijl er aan de andere kant ook gruwelijke moorden moeten worden opgelost in een race tegen de klok. Hierdoor blijf je als lezer helaas ook een beetje tussen wal en schip hangen.
Gruwelijke moorden
In dit eerste avontuur van jonge politieagent Nic Costa, ontdekt hij samen met zijn stugge collega Luca Rossi een vreemde zelfmoord in Vaticaanstad (!). Deze ontdekking leidt tot een nog vreemdere en bruter dubbele moordzaak. Een wetenschapper, Sara Farnese, lijkt betrokken te zijn bij zowel de zelfmoord als de dubbele moord. Het dodental blijft oplopen, waarbij de ene moord nog gruwelijker is dan de vorige. Het wordt duidelijk dat iemand de minnaars van Farnese, bij gebrek aan een minder onsmakelijk woord, afslacht. Het wie en waarom is echter volslagen onduidelijk. Costa zet alles op alles om Farnese veilig te houden, en tegelijkertijd de moordzaken op te lossen. Hierbij wordt hij echter tegengewerkt door het Vaticaan, dat om onduidelijke redenen ook een belang bij deze zaken heeft. Uiteindelijk vallen voor Costa alle onsmakelijke puzzelstukjes op zijn plek. Zal hij op tijd zijn om de moordenaar te stoppen voordat zijn meesterplan tot sluiting komt?
Goed maar niet geweldig
De Vaticaanmoorden leest prettig, heeft (redelijk) interessante karakters en een (redelijk) goed uitgewerkt plot. Daar is echter alles ook wel mee gezegd. Niet alleen blinkt dit boek nergens echt in uit, David Hewson lijkt ook teveel te willen waardoor het uiteindelijk allemaal net niet lukt. De twee belangrijkste onderdelen van een goede thriller zijn een goed plot en goed ontwikkelde karakters. Het lukt Hewson echter niet om deze beide elementen echt goed neer te zetten.
Het kabbelt allemaal wat lauwtjes door.
Het plot begint interessant, met een mysterieuze zelfmoord en brute dubbele moord. Het probleem is dat het spannendste ook in dit begin zit. Hoewel een thriller van 400 pagina’s helemaal niet problematisch hoeft te zijn, moet er dan wel wat in die pagina’s zitten wat de lezer vasthoudt en dwingt door te lezen. Dit ontbreekt echter bij de Vaticaanmoorden. Je wil als lezer wel weten hoe het allemaal afloopt, maar als dat volgende maand is of volgend jaar is dat ook prima. Je voelt nergens de spanning van het opspeuren en opjagen van de moordenaar, of de leukigheid van het oplossen van “tussentijdse puzzels” zoals bij de Da Vinci Code bijvoorbeeld het geval was. Daarom kabbelt het allemaal wat lauwtjes door. De weinige verrassingen in het plot komen pas heel laat. Daarnaast zijn het er te weinig, en niet zo schokkend dat je als lezer echt het gevoel krijgt dat je beloond bent voor het lezen van het boek.
Interessante personages
De karakters in De Vaticaanmoorden zijn gelukkig wat beter uitgewerkt dan het plot. De meeste hoofdpersonen zijn niet zwart/wit, maar hebben diepgang, en de onderlinge relaties zijn ook (redelijk) goed uitgewerkt. De meeste personages zijn niet of helemaal slecht of helemaal goed, en hebben motieven die het voor de lezer gemakkelijk maakt zich in de personages in te leven. Dit draagt op een positieve wijze bij aan de leesbaarheid van het boek. Helaas zijn de meeste dialogen veel minder goed geschreven, en komen erg stug en “gemaakt” over.
Het lijkt alsof Hewson wil meeliften op de populariteit van quasi-intellectuele thrillers, waarbij te denken valt aan de boeken van Dan Brown en Phillip Kerr. Helaas lukt het Hewson niet echt om de lezer intellectueel uit te dagen. Hij mist bijvoorbeeld de achtergrondkennis die Brown verwerft voor het schrijven van zijn boeken, waardoor het blijft bij algemene, “toeristische” verhaaltjes over schilders, kerken en kunstwerken. Hoewel de personages wel redelijk goed zijn uitgewerkt, krijg je als lezer veelal halfslachtige pogingen tot psychologie mee, die de karakters weliswaar iets meer diepgang geven, maar je als lezer vooral teleurgesteld achterblijft, verlangend naar meer.
Over de auteur
David Hewson is een Engelse schrijver, geboren op 9 januari 1953. Op zeventienjarige leeftijd verliet hij zijn middelbare school om te gaan schrijven voor de Scarborough Evening News; naar eigen zeggen een van de kleinste kranten van Engeland. In de twee decennia daarna heeft hij onder meer voor de Times en Independent gewerkt als journalist. Hij schrijft vooral thrillers; de serie rondom Nic Costa telt al 11 boeken. Ook heeft hij een aantal boeken geschreven rondom de (fictionele) Nederlandse detective Pieter Vos.