Van den Brink (1956) is zowel schrijver als journalist. Dit laatste beroep oefende hij onder andere uit bij het NRC waar hij begon als kunstredacteur. Daarnaast was hij van 1995 tot 2001 hoofdredacteur bij de VPRO. Zijn novelle ´Over het water’ ontving meerdere literaire prijzen en werd in veertien talen vertaald. En dan is er nu ‘Het Ontbijtbuffet’ een verhalenbundel die je als lezer meezuigt in een gevoel van vervreemding.
Constant gevoel van ongemak
De personages in Van den Brinks korte verhalen lijken hun draai niet te kunnen vinden. Eenmaal op hun vakantiebestemming aangekomen worden ze gedwongen om lang onderdrukte emotionele worstelingen onder ogen te zien. Een vader herinnert zich mistroostig zijn ex-vrouw terwijl hij verwoed probeert zijn kinderen in een constante staat van vermaak te houden. Een andere man realiseert zich op de achterbank van een taxi, onderweg naar een exclusief restaurant, dat zijn huwelijk op de klippen is gelopen. Weer een ander sluit zijn ogen voor de waarschuwingssignalen die zijn Thaise vriendin afgeeft omdat zijn leven in Nederland hem wanhopiger stemt dan een liefdeloze op geld gebaseerde relatie.
Van den Brink weet het ongemak van zijn personages feilloos neer te zetten. Het naderende onheil wordt geprojecteerd op externe factoren zoals een steeds dichterbij rukkende bosbrand, een kerstdiner vol onbekende gasten, het in rook zien opgaan van de ultieme zomerfantasie.
Bizarre situaties
Soms schud je je hoofd als lezer, verward over opnieuw een bizarre wending in het verhaal. Vervolgens schud je nogmaals je hoofd omdat Van den Brink deze bizar aanvoelende feiten in een menselijke context logisch maakt, medeleven en een beetje leedvermaak oproept. Een favoriet voorbeeld hiervan is het verhaal ‘nieuws uit het dorp’.
Truttigheid heerst in een afgelegen Frans dorp maar wordt door de net verhuisde Nederlanders als excentriek wordt ervaren. De setting leent zich ervoor om ‘een nieuwe start’ volledig te omarmen en dus worden er oude kleren uit de kast getrokken, wordt er gelachen om het tochtige nieuwe huis en wordt de zonderlinge burgemeester van het dorp zonder schroom toegelaten in hun huis. Dit verhaal kent een gestage klim naar een geanticipeerde climax maar deze blijft uit. Juist het ontbreken van deze climax geeft het verhaal een extra dimensie in gevoel.
Vervreemde beschouwingen
Niet alleen het ongemak van een op vakantie gaand mens wordt door Van den Brink sterk neergezet. Ook word je als lezer regelmatig vermaakt met interessante beschouwingen van alledaagse dingen. “oude lichamen in badtextiel” is hiervan een voorbeeld.
Ook innerlijke reflecties weet hij op een interessante manier te verwoorden. Hiermee zet hij je als lezer kort aan het denken om je vervolgens weer verder te sturen.
“Ze tikt tegen het raam en wenkt. Pols, armband, blote arm, krap truitje dat door de beweging nog wat verder opengaat. Wenkt ze naar hem? Ze tikt nog een keer. (…) Ze wenkt dus niet naar hem. Hij stelt het opgelucht maar ook een beetje spijtig vast. Hij is niet iemand die zich makkelijk in de armen stort van het onbekende. Hij is gewoon zo iemand die teleurgesteld is wanneer het onbekende hem niet wenkt.”
Dertien tragikomische verhalen
De bundeling bevat verhalen die op zichzelf staan. Sommige van hen werden al eerder gepubliceerd in literair tijdschrift De Gids. Het loont dan ook niet om de korte verhalen als één verhaal te willen lezen. Het beste gun je jezelf even de tijd om elk verhaal tot je te laten komen, te laten bezinken.
Wat mooi is, is dat Van den Brink af en toe experimenteert met vorm (een verhaal in briefvorm) of onderwerp. Zo schrijft hij over het ongemak van een eeuwig vrijgezelle homoseksuele man die door zijn zus gekoppeld wordt aan de vreemde en niet te bevatten Alistair.
De verhalen blijven boeien en zijn telkens weer een tragikomische observatie van de ellende die ons overvalt wanneer we ons gedwongen voelen te genieten.