Rechercheur Fredrik Beier wordt naar een uithoek van Oslo geroepen om een massamoord te onderzoeken. De slachtoffers waren allemaal lid van de apocalyptische sekte Het licht van God. Daarom wijst alles op een religieuze wraakactie, maar Fredrik en zijn jonge partner Kafa Iqbal zijn sceptisch en al snel neemt het onderzoek een verrassende wending. Fredrik en Kafa moeten jacht maken op een brute moordenaar en tegelijkertijd mysteries ophelderen rond de schimmige verledens van de sekteleiders. Ze hadden niet kunnen vermoeden dat ze terecht zouden komen in een onderzoek naar de monsterlijke experimenten die terugvoeren naar de Tweede Wereldoorlog.
Zij die volgen is een boek dat prima past in het rijtje Scandinavische thrillers. Het is het debuutroman van Ingar Johnsrud en het eerste deel van de Beier-trilogie. Het is vrij vlot geschreven, heeft een duister randje en door de Noorse setting klopt de sfeer helemaal. Wel is het lastig om in het verhaal te komen. De hoofdstukken zijn kort, soms zelfs maar anderhalve pagina, en dan springt het weer door. Meestal gaat het verhaal iets verder op dezelfde plek, maar vaker wordt er ineens een ander onderwerp aangesneden. Ook wordt er heen en weer gesprongen tussen heden en verleden, terwijl het in eerste instantie niet duidelijk is waar de scènes uit het verleden in het verhaal toe dienen. Als je hier als lezer doorheen weet te komen kom je er gaandeweg achter wat die momenten uit het verleden te maken hebben met het onderzoek wat Fredrik en Kafa in het heden uitvoeren.
Opvallend is dat er zo nu en dan vrij expliciete scènes in het verhaal zitten. Schrik dus niet als er opeens uitpuilende lichaamsdelen voorbijkomen, of als een hoofdstuk begint met een behoorlijk platvloerse seksscène. Of dit bedoeld is om de mannelijke lezer aan te spreken of om het karakter van Fredrik extra verdieping te geven is niet helemaal duidelijk. Het voegt in principe niet heel veel toe, behalve dat het behoorlijk rauw op je dak valt en wat schokkend overkomt. Daarentegen raak je wel vrij snel gewend aan deze manier van schrijven en kijk je er na een tijdje al bijna niet eens meer van op.
Door de kapotte voorruit bekeek hij het lijk op de chauffeursplek. Het grote lichaam was zwart verbrand en stonk als een varken dat in benzine was gemarineerd en achtergelaten op de barbecue. Van buik tot borst was zijn lichaam opengereten. De darmen pruttelden nog steeds.
Het verhaal zit verder sterk in elkaar. Er gebeurt in de vlotte scènes best veel waardoor het tempo van het verhaal vrij hoog ligt. Verwacht als lezer alleen niet een luchtig verhaal (voor zover dat mogelijk is binnen het thrillergenre), er komen namelijk heftige onderwerpen voorbij zoals terroristen en extremisten, de Noorse politiek, sektarische praktijken, de drugswereld en andere zware kost. Hoewel dit het verhaal wel bijzonder interessant maakt is dit dus niet een boek dat je even snel tussen de bedrijven door leest of snel uit hebt. Dit laatste komt overigens niet doordat het boek 457 pagina’s telt, want hoewel dit veel lijkt zijn de hoofdstukken zoals gezegd vrij kort en zitten er dus veel lege stukken pagina tussen.
Wat als een ander nadeel beschouwd kan worden is dat dit boek pas het eerste deel is van een trilogie. Bij veel andere thriller reeksen (denk aan de Millennium Triologie of de Wallander reeks) staan de afzonderlijke boeken meestal redelijk op zichzelf. Dit boek bevat daarentegen een overduidelijk open einde, waardoor je toch teleurgesteld kan raken als je het eenmaal uit hebt en tegelijkertijd nieuwsgierig raakt naar het tweede deel. Mocht je slecht geduld kunnen opbrengen tot het tweede deel uitkomt, wees dan gerust: deel twee (Zij die gaan) komt in Nederland uit op 19 september.