Als tijdens een tsunami zowel haar moeder als dochtertje omkomen, weet Yui zich geen raad meer. Ze gaat door met haar leven, maar weet in alle eerlijkheid niet goed hoe. Tijdens haar werk bij de radio hoort ze over een telefooncel in een tuin waarmee mensen kunnen praten met hun overledenen. Uit nieuwsgierigheid reist ze af naar Bell Gardia, maar zelf de hoorn oppakken durft ze nog niet. Tijdens haar eerste reis naar deze tuin ontmoet ze Takeshi. Zijn dochtertje wil sinds het overlijden van haar moeder niet meer praten. Wat volgt is een verhaal over de observaties van Yui en het verwerken van het verleden.
Er staat een telefooncel midden in een tuin op een heuvel die geïsoleerd is van de rest. De telefoon is niet aangesloten, maar de stemmen worden meegevoerd door de wind.
Een woordje vooraf
Nog voordat de lezer goed en wel kennis maakt met Yui, staat er eerst nog een voorwoordje te wachten. In het verhaal komen namelijk Japanse woorden aan bod, waarbij voor de transcriptie gebruik is gemaakt van het Hepburnsysteem. De Japanse klanken worden hiermee omgezet naar onze eigen klinkers en medeklinkers. Het voelt voor sommige lezers misschien onnodig, maar juist door deze kleine uitleg word je als lezer niet gestoord door de Japanse woorden. Gelukkig staan deze fonetisch of in het Hiragana schrift uitgeschreven. Woorden in Kanji zijn immers wat lastiger te lezen tenzij je de taal bestudeert.
Door deze opmerkingen vooraf te plaatsen maak je als lezer ook meer kennis met de Japanse cultuur. Het is natuurlijk geheel persoonlijk, maar het kan een hele mooie aanvulling zijn op het verhaal. Het geeft meer diepgang en plaatst de personages meer in de Japanse cultuur zonder dat het afbreuk doet aan het verhaal.
Het boek is verder opgedeeld in twee delen, die ieder weer kleine hoofdstukken bevatten. Sommige hoofdstukken zijn dusdanig klein, dat ‘nog één hoofdstuk dan’ al snel uitnodigt om juist nog meer te lezen. De schrijfstijl is echter anders dan in andere romans. Zo zijn enkele van de korte hoofdstukken letterlijk opsommingen van wat Yui die avond op de radio heeft gedraaid of welke uitspraken Takeshi in een bepaalde situatie heeft gemaakt. Het voelt hierdoor een klein beetje als de boeken van Jonas Jonassen, maar dan op geheel eigen wijze. Het is niet storend, maar geeft het verhaal bijna iets vertederend mee.
Laura Imai Messina
Wie de naam voor het eerst hoort moet misschien even goed kijken. Japans en Italiaans? Laura woont en werkt al vijftien jaar in Japan, samen met haar man en twee kinderen. Dingen die we toevertrouwen aan de wind is haar debuutroman, al is ze geen onbekende in de auteurswereld. Eerder schreef ze namelijk al twee andere, non-fictie boeken. De rechten voor haar debuutroman zijn al aan talloze landen verkocht, evenals de filmrechten. Wie weet kunnen we binnenkort dus wel een film verwachten over deze in het echt bestaande telefooncel.
Voor het eerst in twee jaar dacht Yui, met een blik in het achteruitkijkspiegeltje, waarin ze elke dag meende haar dochtertje te zien slapen in het kinderzitje, dat ze een wiegeliedje voor haar dochtertje kon zingen; dat ze haar hoofd naar links kon draaien, waar haar moeder zat, en haar kon vertellen over de vreemde betovering van de dag die net voorbij was.
De telefooncel
Wat bijzonder is aan dit verhaal, is dat de telefooncel ook in het echt bestaat. De zwarte, ouderwetse telefoon zal bij menig jongere vraagtekens oproepen. Een draaischrijf? Wat moet je daar nu weer mee? De plek is een spirituele plek geworden waar mensen troost en verbinding halen. Het verhaal in Dingen die we toevertrouwen aan de wind is deels gebaseerd op fictie, deels op non-fictie. Bijna net zoals het omslag: op de achterflap van het boek is een foto te zien van de telefooncel in de tuin, terwijl de rug en voorzijde van het omslag juist fictief zijn.
De personages in het verhaal krijgen door de korte hoofdstukjes meer diepgang en de schrijfstijl is prettig. Het enige wat jammer is, is dat sommige woorden echt in Kanji geschreven zijn. Mocht je lekker gemaakt zijn door de opmerkingen vooraf en geïnteresseerd zijn in de taal, dan is dit wel even jammer. Een enkele keer staat er helemaal geen vertaling en voelt het als een loos hoofdstukje.
Al met al is Dingen die we aan de wind toevertrouwen een boek die je als ‘lief en zacht’ zou kunnen bestempelen, maar wel met een harde kern. Een van de onderliggende thema’s is namelijk rouw en dat kan voor sommige mensen erg moeilijk zijn om te verwerken. Zo ook voor Yui.
€20,99€18,50
Op voorraad. Voor 15:00 uur besteld, woensdag in huis