Geen thriller maar drama
De 29-jarige Romy Hall is onlangs veroordeeld tot tweemaal levenslang plus zes jaar. Ze slijt haar dagen in een maximaal beveiligde vrouwengevangenis in Noord-Californië. In de vrije buitenwereld ligt het San Francisco van Romy haar jeugd en Club Mars, de stripclub waar ze ooit danste voor de kost. In die wereldstad woont ook haar zevenjarige zoontje Jackson. Binnen aanvaardt Romy de nieuwe, absurde realiteit: duizenden vrouwen die hun levensbehoeften bij elkaar proberen te scharrelen, dagelijks geweld door zowel bewakers als gevangenen. Romy ziet de toekomst voor zich uitstrekken in een lange, onverbiddelijk rechte lijn. Totdat ze uit haar sleur wordt gerukt door nieuws van buiten, en haar lot in eigen handen neemt.
Het plot van het boek wekt de indruk dat dit boek een thriller is, terwijl dit niet het geval is. Dit zou jammer kunnen zijn, ware het niet dat Club Mars een onderwerp aansnijdt dat de schrijnende situatie van (vrouwen)gevangenissen goed weergeeft. Club Mars is voornamelijk een roman-drama en staat dicht bij de realiteit. Schrijfster Rachel Kushner heeft een hoop research gedaan naar dit onderwerp en dat schemert in alle facetten van het boek door. Het is realistisch, het is geloofwaardig en het wekt frustratie op. Frustratie omdat je enerzijds de irritatie kan voelen vanwege het handelen van Romy, en anderzijds omdat je haar een ander leven had gegund dan hetgeen waarin ze nu zit.
Het realisme trekt door tot in de verschillende karakters
Soms is het lastig om sympathie te voelen voor Romy en de andere vrouwen. Met name de manier waarop Romy over haar verleden praat, de aanloop naar en de reden waarom ze nu vastzit, zorgt ervoor dat je afstand voelt tot haar personage. Toch lijkt dit bewust zo gekozen. Je verwacht ergens wel die koudheid en hardheid van vrouwen die zoveel hebben meegemaakt als zij. Dat een deel hiervan ook voortvloeit vanuit het altijd maar moeten opzetten van een masker naar de buitenwereld toe, en nu ook naar haar medegevangenen, is daarom dus ook logisch. Dit alles draagt enorm bij aan de geloofwaardigheid.
Toch krijg je gaandeweg het boek ook een andere kant van Romy te zien. Hoewel ze niet direct spijt lijkt te hebben van haar daad (ze vindt zelf dat ze een verdomd goeie reden had om het te doen), heeft ze wel spijt van de consequenties en het feit dat ze haar zoon moet missen. Eigen schuld, dikke bult? Zeker wel, maar hiervan is ze zich ook bewust. Wat ook knap gedaan is aan dit boek, is dat Rachel Kushner de andere kant van het verhaal, namelijk die van het slachtoffer, aan bod laat komen. Hoe realistisch was het van Romy om tot haar daad over te gaan? Was dit ergens terecht te noemen, of lag de aanleiding in een dieper geworteld probleem? Je kunt hier je eigen conclusies over trekken, maar alle kanten worden in elk geval belicht.
Je bent mijn meisje hè? De ruwe, droge huid van zijn handen op mijn dijen. Zijn raspende stem. Hij was het meest aan het woord. Hij was tijdens zijn werk in zijn been geschoten, daarom hinkte hij . Hij zei dat hij rechercheur of zoiets was, maar later zei hij dat dat niet waar was en praatte hij heel lang over zijn echte werk. Ik luisterde niet en het kon me niet schelen wat hij deed, ook niet of hij look of de waarheid sprak.
Succesvol vanaf haar debuutroman
Voor haar debuutroman Telex from Cuba werd Rachel Kushner (1968) genomineerd voor een National Book Award. De vlammenwerpers was een van de meest besproken boeken van 2013 en betekende haar internationale doorbraak. De filmrechten werden vlak na verschijning verkocht aan Scott Rudin (producent van o.a. No Country for Old Men en True Grit), en de vertaalrechten aan meer dan tien landen. Kushners werk verscheen onder andere in The New York Times, The Paris Review, en The Believer. In 2013 won ze een Guggenheim Fellowship.