Vandaag zetten we vijf van de beste wiskundefilms voor je op een rijtje, of specifieker: films over wiskundige genieën die echt bestaan hebben. Wiskunde is niet alleen hersengymnastiek aan de binnenkant; het is ook onderhevig aan een slecht imago.
A Beautiful Mind
In A Beautiful Mind vecht John Nash (Russell Crowe) tegen zijn eigen geest, al duurt het eeuwen voordat hij dat zelf inziet. Hoe kun je hem dat kwalijk nemen, als je als kijker ook op het verkeerde been wordt gezet? De film laat prachtig de worstelingen zien die niet alleen in zijn hoofd, maar ook daarbuiten plaatsvinden. Een einzelgänger wordt je tenslotte niet zomaar. Daar is sociale isolatie voor nodig, en wie kunnen dat beter bieden dan de stemmetjes in je hoofd van wie je niet eens weet dat zij niet echt zijn? Een must see, alleen al voor de prachtige soundtrack.
The Man Who Knew Infinity
The Man Who Knew Infinity laat het korte leven zien van Srinivasa Ramanujan (Dev Patel), een Indiase wiskundige, naar Cambridge gehaald door professor Hardy, die zijn kunnen op waarde weet te schatten. Het vervelende is alleen dat Ramanujan tegen nogal wat problemen aan loopt, zoals het niet kunnen vinden van goede huisvesting. Omdat hij uit India komt, krijgt hij niet overal een warm welkom. Professor Hardy ziet dit niet, die is bezig met het waanzinnige brein van Ramanujan. Ramanujan is door de Engelse winters en daarop volgende slechte gezondheid door slechte huisvesting geen lang leven beschoren.
Hidden Figures
Hidden Figures laat de (verzonnen) samenwerking zien tussen drie gekleurde vrouwen bij NASA, in de tijd dat er nog sprake was van fysieke segregatie. De afgebeelde vrouwen, Katherine Johnson, Mary Jackson en Dorothy Vaughan (gespeeld door Taraji Henson, Janelle Monae en Octavia Spencer) hebben cruciale bijdragen geleverd aan het lanceren van de eerste raketten. Gek genoeg valt vooral op hoe vrouwen nog zo’n verplichte kledingvoorschrift moesten volgen. Hoge hakken, lange rokken, ketting, lippenstift. De huiselijkheid spat ervan af, terwijl ze toch zo duidelijk met iets héél anders bezig zijn.
The Theory Of Everything
The Theory Of Everything over de geweldige en onnavolgbare Stephen Hawking (Eddie Redmayne) die we volgen vanaf zijn tijd op Cambridge, tot hij ineens ziek wordt en het niet meer ziet zitten, omdat zijn levensverwachting niet hoog is. Zijn vriendin Jane (Felicity Jones) krijgt hem zover dat hij ook nog de zonnige zijde inziet en zo zet hij zijn en hun leven voort. Hoewel de fysieke aftakeling van Hawking duidelijk wordt weergegeven, is vooral duidelijk hoeveel respect en waardering de man en uiteindelijk professor kreeg voor zijn theorieën. Men keek altijd door zijn handicap heen. Vanuit het patiëntengilde heeft hij ooit kritiek gekregen dat hij zich maar niet uit wilde spreken over zijn ziekte. Op Twitter deed hij dat uiteindelijk wel.
The Imitation Game
The Imitation Game gaat over Alan Turing (Benedict Cumberwatch) en hoe die er uiteindelijk in slaagde om niet alleen samen te werken met andere wiskundigen, maar vooral om de Enigma te kraken in de Tweede Wereldoorlog. Ook laat dit staaltje zien hoe bekrompen men toen nog was naar homoseksuelen toe. Ondanks dat Alan Turing de oorlog voor ze won, moest hij verplicht een inmiddels als achterhaald beschouwde therapie ondergaan om van zijn homoseksualiteit af te komen. De film laat niet alleen zien waar samenwerking toe kan leiden, maar ook hoe quirky iemand kan zijn die zo briljant is.
