Verrassend veel mensen hebben op zijn minst wel eens gehoord van de Japanse filmstudio Ghibli. Deze bekendheid heeft de studio in het Westen waarschijnlijk te danken aan haar (met een Oscar bekroonde) film Spirited Away. Hierin komt een tienjarig meisje met haar ouders in een vreemde wereld terecht, waar goden, heksen en geesten de dienst uitmaken. Mensen die hier te lang blijven ronddwalen veranderen langzaam in beesten. Fantasie- én kleurrijk, leuk voor zowel kinderen als volwassenen. Dit klinkt bekend in de oren, want het zijn kwaliteiten die vaak aan Disneyfilms worden toegeschreven. Ondanks dat de meerderheid in het Westen zweert bij de Disneyklassiekers als The Lion King en Jungle Book, zijn er toch ook genoeg mensen die vinden dat deze niet kunnen tippen aan hun oosterse tegenhangers. Zeker dan ook tijd om één van deze films Uit Den Ouden Doosch te halen. Aangezien Spirited Away bij velen al bekend is, zal een ander, maar zeker niet minder, Japans pareltje worden afgestoft: Princess Mononoke uit 1997.
Princess Mononoke klinkt in eerste instantie misschien als een schattige film over een klein prinsesje, maar laat de titel je niet misleiden. Deze anime-film is een tikje steviger dan de gemiddelde prinsessenanimatiefilm. Mononoke is helemaal geen meisjesnaam, maar het Japanse woord voor geest of monster. Daarnaast is de hoofdpersoon ook geen verwende royalty. Het verhaal begint namelijk met de jonge strijdprins Ashitaka. In een fantasierijke versie van het ouderwetse Japan (ongeveer tussen 1336 en 1572) wordt zijn kleine bergdorpje aangevallen door een demon. De film begint dan ook meteen duister en aan actie is geen gebrek. Ashitaka krijgt het met een uiterste inspanning voor elkaar om de duistere verschijning te doden voor het zijn dorpje bereikt. Hier betaalt hij echter een grote prijs voor: zijn arm raakt geïnfecteerd door een soort van verdorven vloek.
De wijze vrouw van het dorp vertelt hem dat deze vloek, die hem extra fysieke kracht lijkt te geven, uiteindelijk tot zijn dood zal leiden. Prins Ashitaka wordt verbannen uit het dorp, want hij mag daar niet blijven met deze verdorvenheid in zijn lichaam. De wijze vrouw zegt dat hij zijn lot niet kan veranderen, maar dat hij er wel voor kan kiezen het tegemoet te komen. Ze vertelt dat de demon eigenlijk een reusachtige god was in de vorm van een everzwijn, die gecorrumpeerd was geraakt door een ijzeren bal in zijn lichaam. Deze god komt uit een gebied ten westen van zijn dorpje en Ashitaka besluit die kant op te trekken, in de hoop daar meer te leren over zijn vervloeking. Dit is meteen al een goed voorbeeld van één van aspecten waarin Studio Ghibli-films vaak erg verschillen met westerse animatieproducties.
In veel films uit de westerse cultuur zou de hoofdpersoon gauw in verzet komen tegen zijn of haar lot. Hij of zij zou het niet willen accepteren, een geneesmiddel vinden en strijden tegen de verbanning zouden bovenaan het activiteitenlijstje staan. Vanuit de oosterse cultuur lijken Ghibli-films echter uit te dragen dat men het lot dient te accepteren, maar alsnog kan proberen er op een zo goed mogelijke manier mee om te gaan. Ongetwijfeld zal Ashitaka stiekem hopen dat hij leert hoe de vloek kan worden opgeheven en het verschil zit hem dan voornamelijk in de manier waarop hij met de situatie omgaat. Het leert kinderen en ook volwassenen dat het vaak geen zin heeft om te klagen of in ontkenning te schieten, maar dat er een andere manier is om je problemen onder ogen te komen.
Studio Ghibli-films raken misschien niet het niveau van komedie of moderne animatie die je in een gemiddelde Pixar-film tegenkomt, maar ze lijken hun kijkers wel net iets hoger in te schatten of serieuzer te nemen. De films bevatten vaak net iets subtielere lessen en verwijzingen, die niet elk kind meteen zal begrijpen, maar zonder welke het verhaal wel te volgen is. Wanneer de films op oudere leeftijd opnieuw worden gekeken, zijn er dan ook weer dingen in te ontdekken die je eerst totaal gemist had. De tranentrekkende, kijker in een depressie gooiende, foto-scène uit Pixars UP is bijvoorbeeld een goed voorbeeld van het tegenovergestelde. Goed in elkaar gezet en zeker een scène die raakt op een emotioneel vlak, maar waar het vooral voor zorgt is dat het niemand kan ontgaan hoe de situatie precies in elkaar zit.
In Princess Mononoke en andere projecten van Studio Ghibli is slechts zelden van iets meteen duidelijk hoe het in elkaar zit. De grote, gemene slechterik die bijna elke animatiefilm lijkt te bevatten? Soms ontbreekt die zelfs helemaal, maar in de gevallen dat die er wel is, blijken het naarmate de film vordert vaak meer dan ééndimensionale vijand. In oosterse animatie is het soms dan ook moeilijk om er helemaal van overtuigd te zijn dat de antagonist ook daadwerkelijk een verschrikkelijke slechterik is. Ze hebben hun slechte, maar soms ook goede en vooral menselijke kwaliteiten, waardoor het mogelijk is om je meer in hun kant van het verhaal in te leven. Dit komt natuurlijk veel meer overeen met de realiteit van onze eigen wereld, waarin ieder mens zijn eigen motieven en redenen heeft die hem of haar bewegen.
Probeer je daarentegen eens op een positieve manier in te leven in een personage als Scar uit The Lion King. Laten we eerlijk zijn, dat vinden we toch allemaal simpelweg een eikel? Veel begrip roept hij in ieder geval niet op. Deze meer westerse manier leert kijkers zeker een duidelijke distinctie tussen goed en kwaad, maar laat deze tweestrijd tegelijkertijd ook simpeler lijken dan de situatie in het echt leven vaak is. Hier komt nog eens bij dat de antagonisten in oosterse vormen van animatie regelmatig zelfs bondgenoten worden van de hoofdpersonen of op zijn minst vergeven voor hun acties. Weer een manier waarop het lot accepteren en er zo goed mogelijk mee om gaan naar voren komt. Een les dat vergiffenis ook iets moois kan zijn wat je sterker maakt en niet slechts een manier om de slechterik nog één laatste kans te geven de protagonist onverwachts een oor aan te naaien. Ja Scar, nu kijken we ook weer naar jou.
Zo blijkt dus dat de oosterse en westerse culturen duidelijk hun uiting hebben in de animatiefilms die er uit voortkomen. De hoofdpersonages van Studio Ghibli zijn vaak geen bijzonder knappe prinsessen of geweldige krijgers. Vaak zijn het op het eerste gezicht verre van uitzonderlijke mensen. Dit zijn vaak eerder de bijpersonages en de hoofdpersoon moet zichzelf onderscheiden door zijn acties en keuzes. Dit zou goed kunnen voortkomen uit het collectivisme van de Japanse samenleving. In tegenstelling tot het individualisme van ons in het westen, ligt de focus daar voornamelijk op de groep. Een té speciale hoofdpersoon zou dan ook niet helemaal daarbij passen. Té glamoureuze bijpersonages worden vaak ook als interessant, maar ook een beetje vreemd gezien. Een andere reden voor de iets minder in het oog springende hoofdpersonen zou kunnen zijn dat de kijker zich op deze manier makkelijker in de protagonist kan inleven. Niet iedereen zal zich altijd een bloedmooie prinses of Hercules voelen, wanneer hij of zij met een zak chips onderuit gezakt op de bank ligt.
Princess Mononoke bevat alle bovengenoemde aspecten van de oosterse animatiewereld en meer. Ashitaka is geen buitengewoon knappe prins charming. Hij is een down-to-earth prins van een klein bergdorpje en goed met pijl en boog. Hij accepteert dat hij het dorp moet verlaten en misschien niet zal overleven. Toch trekt Ashitaka naar het westen om meer te weten te komen over de ijzeren bol die de god tot waanzin dreef. Al is het maar om te begrijpen hoe en waarom deze situatie tot stand is gekomen. Op zijn indrukwekkende reis komt de prins in aanraking met goede en soort van slechte mensen, kleine schattige bosgeesten en grote indrukwekkende diergoden. Zelf raakt hij echter het meest geïntrigeerd door San, een meisje waar hij tijdens zijn reis mee in aanraking komt. De mensen in het westen noemen haar echter “Princess Mononoke”. Om erachter te komen waarom en hoe het verhaal verder gaat, zul je de film toch echt zelf op moeten zetten.
Princess Mononoke is een bijzonder mooie film. Tijdens het kijken van een Studio Ghibli-film schiet je vaak van de ene verbazing in de andere door de overvloed aan fantasie en het gebrek aan voorspelbaarheid. Net zoals vier jaar later bij Spirited Away, was Hayao Miyazaki ook schrijver en regisseur van dit fantastische project en de soundtrack is wederom van de hand van beroemde componist Joe Hisaishi. De vergelijking met westerse ontwikkelaar Disney zal altijd blijven rondzingen, maar uiteindelijk is het nutteloos om een waarde oordeel te vellen in te vorm van beter of slechter. Het zijn verschillende films uit verschillende culturen en vullen elkaar juist aan. Ieder zal zijn eigen voorkeur hebben. Geen fan van anime en van mening dat “dit soort tekenfilmpjes toch voor kinderen bedoeld zijn”? Geef Princess Mononoke dan eens een kans, want volwassen thema’s, duistere fenomenen en onverbloemde actiescènes, zijn in deze “kinderfilm” in overvloed aanwezig.