De twaalfjarige, Mexicaanse Miguel voelt het bloed van een muzikant door zijn aderen stromen, maar in zijn familie is elke vorm van muzikaliteit verboden. Zijn betovergrootmoeder heeft haar dochter in haar eentje grootgebracht, omdat haar man haar in de steek liet: hij koos muziek boven familie. Tijdens de Día De Los Muertos (dag van de doden), een jaarlijks feest in Mexico, komt hij terecht de wereld van de doden. Daar ontrafelt hij een aantal mysteries rondom zijn familie en leert hij hoe oude familiebanden blijven bestaan door middel van herinneringen.
Het aantal Pixar-films is schaars en daarom zijn elke keer weer de verwachtingen hooggespannen als er een nieuwe animatiefilm verschijnt van de makers van onder andere Toy Story, Finding Nemo, WALL-E en Inside Out. Eerder dit jaar maakten ze al Cars 3, maar dat is niet een typische Pixar-film: vindingrijk, origineel en volwassen. Gelukkig is Coco dat wel. Met het dodenrijk als de rode draad in het verhaal is de film wel behoorlijk emotioneel beladen. Tenminste, voor volwassenen, want voor kinderen is het dodenrijk een onschuldige, vrolijke wereld vol met vriendelijke personages.
Coco speelt zich af in Mexico en de het leven van een onderdrukte muzikant staat centraal, dus dat betekent maar één ding: een film doorspekt met temperamentvolle, Mexicaanse muziek. Wat deze film verder heel sterk maakt, is dat het voor een behoorlijk deel in het Spaans is. Ook in de ondertiteling wordt het niet vertaald en dat zorgt ervoor dat je als kijker zelf in moet vullen wat er gezegd wordt. De context maakt natuurlijk een hele hoop duidelijk. Door het verhaal op zo’n manier te vertellen nemen de makers hun kijker serieus en creëren ze een sfeer waarin je helemaal op kan gaan.
Over de kwaliteit van de animaties valt eigenlijk weinig te zijn, want die is uitstekend: daar kun je altijd wel van op aan bij een Pixar-film. Ook de vormgeving an sich is erg mooi gedaan. Het vele gebruik van oranje en overvloed aan bloemblaadjes, die centraal staan tijdens dit feest, zorgen voor een heerlijke nazomers gevoel. Tenminste, voor ons als Nederlanders, want zulk mooi weer is bij ons ondenkbaar op 1 en 2 november, de dagen waarop Dag van de Doden wordt gevierd. Het maken van altaren en het maken van offers (in de vorm van eten en drinken) zijn ook tradities die bij het feest horen en deze staan ook centraal in de film.
Het verhaal is in de basis origineel, maar uiteindelijk wel vrij standaard voor een avonturenverhaal. De hoofdpersoon die op zoek gaat naar het een of ander, uiteindelijk met tegenslagen zijn doel bereikt en op het eind verrast wordt door het een of ander… Dat verhaal kennen we natuurlijk allemaal. Uiteindelijk gaat het er vooral om hoe het verpakt is en dat is in de geval zeer goed gelukt. Kleine kanttekening is dat er op het einde een kleine verhaalwending is die er in gestopt lijkt te zijn om de speelduur een beetje op te rekken. Dat moment is opvallend, maar doet niet echt afbreuk aan de film.
Traditiegetrouw is er voorafgaand aan Coco nog een korte film te zien, dit keer is dat Olaf’s Frozen Adventure. Een mierzoete musical waarin Olaf de sneeuwpop op zoek gaat naar kersttradities voor ijskoningin Elsa en haar zus Anna. Het is de tweede korte Frozen-film, een zoethoudertje en marketingtechnisch slimme manier om de Frozen-hype niet volledig te laten bekoelen. Echter, deze korte film duurt maar liefst 21 minuten en is daarmee wel erg lang als filmpje voor aanvang van de hoofdfilm. Bovendien is Frozen echt voor kinderen en past daarmee niet echt in het voorprogramma van een Pixar-film die ook zeer geschikt is voor volwassenen.