In de nabije toekomst heeft de zeskoppige bemanning van het International Space Station de taak om een monster van het zand van Mars te onderzoeken. Al snel blijkt er primitief leven in de aarde aanwezig te zijn. De wereld kijkt gefascineerd toe hoe de levensvorm al snel begint te groeien. Totdat de groei wel erg snel gaat en het buitenaardse wezen zijn eigen plan trekt.
Qua timing had Life het niet slechter kunnen treffen: na Arrival was de hype rondom ruimte-science fictions wel weer overgewaaid. Toch is Life aardig ontvangen door de genreliefhebbers, wat waarschijnlijk komt door de overduidelijke inspiratie op de klassieker Alien uit 1979. Ook daar stuiten wetenschappers op primitief leven uit de ruimte dat groeit, dodelijk blijkt te zijn en enkele uren lang op de crew jaagt. Hoewel de makers van Life zeggen dat het enkel een inspiratiebron is geweest, lijkt het hier toch echt te gaan op een Alien rip-off. Maar dan wel eentje met een paar opvallende eigen toevoegingen.
Zo bestaat de crew uit een gevarieerd groepje astronauten. Aan boord zijn twee vrouwen (Rebecca Ferguson en de Rus Olga Dykhovichnaya) waarbij één van hen de leider van de groep is. De mannen worden gespeeld door Ryan Reynolds (de heldhaftige doener), Jake Gyllenhaal (de slimme loner), Hiroyuki Sanada (de technicus) en Ariyon Bakare (de bioloog) die niet alleen een donkere acteur is met meer screentime dan een paar minuten, maar ook verlamde benen heeft. Hoewel dat laatste mij toch niet ideaal lijkt in een omgeving zonder zwaartekracht (afijn, je hoeft niet te lopen, maar die loshangende bungelende benen zonder gevoel lijken me niet erg veilig tussen alle NASA apparatuur), is het wel een teken van inclusiviteit. Het is een mooie poging in een genre dat gedomineerd wordt door clichés.
Ook de basis van de anatomie van de alien is vernieuwend en mooi vormgegeven, maar toch vinden de makers het nodig om uiteindelijk terug te vallen in de bekende elementen van de creature feature. Aan de andere kant zijn de visuals prachtig (zouden ze afgekeken hebben van Interstellar?) en laat de cameravoering de gewichtloosheid, het claustrofobische gevoel en het gemis van onderscheid tussen onder en boven goed overkomen. Voor een echte creature feature is Life te overgeproduceerd, maar voor een stijlvolle spaceflick berust het teveel op clichés met lege personages. De chemie tussen de acteurs is dan ook ver te zoeken.
Op een of andere manier krijgt de Zweedse regisseur Daniel Espinosa het wel voor elkaar om de hele film spannend te houden. Je blijft dicht bij de actie en je hoeft ook geen onnodige vulscènes te verwachten waarbij er plotseling een romance opbloeit of iemand een zwaar, jarenlang geheim opbiecht. Life verdient ook extra puntjes door het gebruik van gore, waar geen doekjes om wordt gewonden. Want bloeddruppels in een ruimte zonder zwaartekracht zien er ook gewoon fantastisch uit.
De Blu-ray kent verder nog de gebruikelijke extra’s: deleted scenes, uitleg over het ontwerp van de alien en behind the scenes materiaal van hoe ze de gewichtloosheid hebben weten na te bootsen. Ook kun je enkele zogenaamde videodagboeken van de astronauten bekijken. De audio komt in 7.1 formaat welke mijn Blu-ray speler (PS4) niet goed kon omvormen naar 5.1, waardoor ik met ouderwets stereogeluid zat opgescheept, maar dat kan natuurlijk per mediaset verschillen.