Het is laat in de avond en Roy besluit zijn zoontje Alton mee te nemen in de auto en slaat op de vlucht. Waarheen, dat is nog onduidelijk. Al snel blijkt dat Alton geen gewone jongen is: hij kan niet tegen fel licht, heeft bijzondere krachten en bovendien zijn verschillende mensen naar hem op zoek. Wat volgt is een emotionele achtervolging in de donkere nacht waarin Roy zijn zoontje probeert te beschermen tegen kwade instanties, terwijl hij zelf nauwelijks een idee heeft van wat hen te wachten staat als ze aankomen op de plek van bestemming.
Midnight Special is geschreven en geregisseerd door Jeff Nichols. Eerder maakte hij de succesvolle films Mud en Take Shelter, en vooral met die laatste heeft Midnight Special veel overeenkomsten. Het bijzondere aan zijn werk is dat Nichols een genre kiest – in dit geval een auto-achtervolging zoals je die in actiefilms ziet – en deze bekijkt vanuit een compleet nieuwe invalshoek, meestal het drama. Midnight Special is daar weer een goed voorbeeld van: de gebeurtenissen zijn spannend, sensationeel en vol sciencefiction en actie, maar je beleeft het door een emotionele filter. Nichols wordt hier vaak om geprezen, maar dit trucje werkt niet altijd even goed.
Aan de acteurs ligt het niet. Michael Shannon is de vaste hoofdrolspeler van Nichols’ films en weet vanaf de eerste minuut een peinzend gezicht op te zetten die (achteraf gezien) goed bij het moment past. Achteraf gezien, want als kijker heb je in de eerste 20 minuten geen idee wat er nu precies aan de hand is. De film begint namelijk middenin het verhaal (een zogeheten late point of attack) en er wordt nauwelijks uitgelegd waarom ze op de vlucht zijn. Het is daarom moeilijk je in te leven in de vader en zoon, dus het overbezorgde gezicht van Roy komt in eerste instantie wat geforceerd over. Hetzelfde geldt voor Alton, gespeeld door de dertienjarige Jaeden Lieberher. Hij is een stille maar intelligente jongen, maar daar kom je pas gaandeweg achter. In de eerste helft van de film komt Alton dus vooral over als een betweter – niet echt een personage dat medeleven oproept. Dan is er nog de bijrijder Lucas (Joel Edgerton), een oude vriend van Roy die zonder duidelijke motivatie zijn leven wil geven om Roy en Alton te begeleiden in hun vlucht. Ten slotte speelt Kirsten Dunst de weinig diepgaande rol van moeder, die zonder grote toevoeging aan het verhaal toch mee doet aan de vluchtrit.
De bedoeling van Nichols is duidelijk: een drama creëren waarin de emotie van personages centraal staat en de daadwerkelijke gebeurtenissen secundair zijn. Dat is gelukt, maar dat levert wel een film op waar je aandacht snel van verslapt. Er wordt te weinig bekend gemaakt over de achtergrond van de personages om te weten wanneer een gebeurtenis significant is; wanneer is iets een belangrijke onthulling of gewoon een eenvoudige mededeling? Dat levert zowel “waarom reageert hij zo heftig?”-momenten op als “waarom vindt iedereen dit normaal?”-momenten. Die onduidelijkheid kan intrige opwekken, maar als vervolgens ook nog eens acties plaatsvinden waarvan je geen idee hebt waarom je er naar kijkt, dan raak je snel het spoor bijster. Zo cirkelt een onderzoeker in een bepaalde scène een aantal cijfers om met een dikke viltstift, maar er wordt nergens ook maar enige hint gegeven wat deze cijfers dan betekenen. Vervolgens heeft deze onderzoeker een eureka-moment – eentje waar je als kijker niet in mee kunt gaan want je hebt geen idee wat precies voor de doorbraak heeft gezorgd. Als dat af en toe zou gebeuren maakt dat de film mysterieus, maar anderhalf uur lang wordt het gewoon frustrerend.
Aangezien de film zich voornamelijk ’s nachts afspeelt kun je verwachten dat de cinematografie vrij donker is. Met de CGI zit het wel snor en er zitten echt wel een paar mooie plaatjes tussen, maar net als J.J. Abrams heeft Nichols de lens flare vaker ingezet dan goed is. Lens flares passen goed bij het sciencefiction genre, maar hier is het een cliché. Hiermee kan Midnight Special snel worden samengevat: het is geen emotioneel drama in een sci-fi-jasje, maar een opeenstapeling van clichés uit twee verschillende genres. Op bepaalde momenten kun je je nog afvragen of het niet allemaal een metafoor is voor engelen, hemel en de dood, maar de anticlimax op het einde van de film geeft hier geen enkele bevestiging in.
Op de dvd vind je ook interviews met de hoofdacteurs waarin meer informatie wordt gegeven over hun personages. Daarin wordt ineens veel meer duidelijk over de motivatie van personen en is het verhaal een stuk logischer en beter te begrijpen. Het is prima om niet het volledige achtergrondverhaal van een personage letterlijk in een film te vertellen, maar deze moet dan wel indirect te herleiden zijn. Dat is met Midnight Special niet het geval: in de extra’s krijg je volledig nieuwe informatie tot je beschikking die niet uit de film zelf blijkt.