De negentienjarige JR belandt in de Australische gevangenis voor een straf van zes maanden. Om zijn eigen hachje te beschermen gaat hij een deal aan met een man die er al flink wat jaren op heeft zitten: Brendan Lynch. Hij belooft JR te beschermen in ruil voor assistentie bij een grote ontsnapping. Zo gezegd, zo gedaan en niet veel maanden later staat het duo buiten de gevangenismuren met een plan voor een grote goudroof. Helaas is niet alles wat het lijkt als er meerdere pionnen zich met het spel bemoeien.
Je valt met Son of a Gun meteen met de neus in de boter. Zonder enige uitleg waarom JR in de gevangenis komt start daar de film, om vervolgens in sneltreinvaart door te gaan naar de ontsnapping. Alleen dat is al erg verfrissend aan een actiefilm, want meestal kun je eerst een half uur durende presentatie van de hoofdrolspelers verwachten en alvast een gok doen wie er dood gaat en wie het meisje krijgt. Bij Son of a Gun is de ontsnapping eigenlijk de introductie van het verhaal – en daarom is het ook niet zo erg dat je dat van tevoren hier leest. Het echte spannende verhaal begint pas als JR, Brendan en de rest van het team begint aan de goudroof.
De rol van de eeuwige crimineel die Ewan McGregor als Brendan mag vertolken, speelt hij fantastisch. Zijn hele personage is goed uitgewerkt: hij houdt zijn connecties in de gaten, zijn passie voor schaken symboliseert zijn vermogen om ver vooruit te plannen en als het er op aan komt, kiest hij voor zijn eigen hachje. De jonge Brenton Thwaites is een mooie tegenspeler voor hem, want hij functioneert zowel als leerling als zondebok. Dat je niets van zijn leven af weet maakt zijn personage wat oppervlakkig, maar des te meer raak je geïnteresseerd in hem om de dingen die hij doet. De ontsnapping en de roof gaan het duo relatief goed af, waardoor je sympathie voor ze krijgt, ondanks dat het criminelen zijn. De protagonisten in Son of a Gun zijn bijna knuffelcriminelen.
Nog een zachte kant aan het verhaal is het personage Tasha, de ‘love interest’ in de film. Zij wordt gespeeld door Alicia Vikander, die de afgelopen jaren steeds vaker op het witte doek verschijnt (Ex Machina, The Man from U.N.C.L.E.). Zij vormt samen met een van de mannen een leuk, romantisch subplot dat de actie totaal niet in de weg zit. Haar personage benadrukt het overkoepelende thema: het verlangen naar vrijheid. Ondanks deze goed uitgewerkte verhaallijnen vervalt de film, naarmate het einde in zicht komt, steeds vaker in clichés. Hier en daar rommelt de constructie van scènes, en het symbolisch gebruik van schaakstukken, dat een rode draad vormt in het verhaal, is niet altijd even helder uitgewerkt.
Eigenlijk oogt Son of a Gun als een Australische Guy Ritchie-film, zonder de overmatig gestileerde montage. Qua visuele creativiteit is het natuurlijk moeilijk om Ritchie te overtreffen, maar juist het terugschroeven van overdreven montagetrucjes zorgt voor een verrassend nuchter effect. Geen rondvliegende auto’s, geen super-slow-motion en geen gigantische ontploffingen. Om je een voorbeeld te geven van hoe niet-Hollywood Son of a Gun is: het aansteken van een sigaret gaat drie keer mis voordat hij aan gaat, terwijl in film dat eigenlijk altijd in één keer lukt. Het zijn de kleine dingen die de film aangenaam maken. Het ietwat rommelige screenplay wordt zo mooi gecompenseerd.
Visueel gezien is Son of a Gun dus erg simplistisch, maar de muziek is daarentegen zeker het noemen waard. Er is een aantal sterke scènes waarin al dan niet diëgetische muziek (dat wil zeggen dat de muziek daadwerkelijk aanwezig is in de scène, ten opzichte van achtergrondmuziek) de sfeer sterk neer zet. Als Nederlander kun je nog even trots zijn op je eigen cultuur, want er zit een grappige scène in van een in XTC handelende Happy Hardcore Gabber, compleet met matje in z’n nek. Dat Australiërs ook iets met matjes hebben zal overigens geen verrassing zijn – Ewan McGregor loopt er net zo modieus bij. Al met al is de vogelvrije Australische mentaliteit goed verbeeld in deze eerste grote filmproductie van schrijver en regisseur Julius Avery.