Stephen Hawking is misschien wel de bekendste natuurwetenschapper van dit moment. Het was dan ook een kwestie van tijd dat er een film over zijn bijzondere leven gemaakt zou worden. The Theory of Everything gaat niet alleen over Hawkings theorieën en zijn ziekte, maar de film besteedt vooral veel aandacht aan zijn relatie met zijn vrouw. In deze biografie zien we hoe Hawking doorbreekt op Cambridge met zijn talent in kosmologie, hoe hij zijn vrouw Jane ontmoet, hoe de spierziekte ALS zijn lichaam langzaam aantast en hoe hij uiteindelijk het genie met de robotstem is geworden zoals we hem nu kennen.
Qua timing had The Theory of Everything het niet beter kunnen doen: het afgelopen jaar regende het biografieën in Hollywood, onder andere die van Alan Turing (The Imitation Game), Louis Zamperini (Unbroken) en Jordan Belfort (The Wolf of Wall Street). De concurrentie was dus hoog, maar omdat The Theory of Everything in alle opzichten een romantisch drama is en zijn concurrenten het hebben gegooid op actie en thriller, is het een unieke film gebleven. Ook blijft de verfilming erg dicht bij de waargebeurde feiten in Hawkings leven omdat het gebaseerd is op de memoires van Jane, zijn vrouw. Beiden hebben – na enig tegenstribbelen van Jane – meegewerkt aan het verhaal en zijn uitermate tevreden met het resultaat. Hawking heeft zelfs zijn gepatenteerde stem uitgeleend om te gebruiken in de film.
Het is niet vreemd dat Hawking zijn eigen personage geloofwaardig vindt overkomen: acteur Eddie Redmayne vertolkt hem ontzettend goed, van jonge student tot aan ALS patiënt. Redmayne heeft hiervoor dagenlang bestudeerd hoe Hawking beweegt, heeft zijn familie geïnterviewd en heeft uren voor de spiegel zijn grimassen geoefend. Na deze rol heeft Redmayne zelfs permanente schade aan zijn ruggenwervel opgelopen maar volgens hem is dat het dubbel en dwars waard geweest. Het valt niet mee om iemand met een spierziekte goed na te spelen, zeker als deze persoon nog gewoon leeft, maar hoe hij Hawking in zijn gezonde jaren verbeeldt is ook fantastisch om te zien. De humor die we af en toe nog zien bij Hawking (bijvoorbeeld zijn gastrollen in de animatieserie Futurama en verschillende muziekclips) is duidelijk herkenbaar.
Gelukkig maar, want anders was de film erg zwaar en emotioneel geworden. Op het moment dat zijn lichaam begint af te takelen gaat het namelijk steeds slechter tussen hem en Jane, die wordt gespeeld door Felicity Jones. Ooit waren ze verliefd, maar zij verandert langzaam in een huismoeder die drie kinderen en haar invalide man moet verzorgen. Als blijkt dat Hawking wonder boven wonder na de verwachte levensduur van twee jaar nog veel langer blijft leven, wordt het steeds zwaarder voor Jane. Hawkings humor is nodig om het drama in de film – maar waarschijnlijk ook in het echte leven – soms wat te verlichten. De bijrollen van de positief ingestelde Brian als goede vriend (Harry Lloyd) en de vaste mentor van Hawking (David Thewlis, die Lupos speelt in Harry Potter) dragen hier ook aan bij. Het mooie aan de emotionele kant van The Theory of Everything is dat het gaat over situaties die iedereen kan overkomen: het feit dat een natuurkundig genie met dergelijke praktische, menselijke situaties als relatieproblemen moet omgaan, relativeert enorm.
Regisseur James Marsh heeft het drama duidelijk willen benadrukken door intensief met kleur om te gaan in de scènes. Dat pakt niet altijd even goed uit, want het valt wel heel erg op dat de scènes die vrolijk zijn volledig uit geeltinten bestaan, en de meer depressieve stukken volledig blauw zijn. Ook de muziek gaat steevast mee in de positieve en negatieve emoties. Dat had niet gehoeven, want het verhaal zelf geeft al voldoende sfeer aan de beelden. Ook op het einde is kritiek te leveren, want daar wordt je getrakteerd op allerlei flashbacks van beelden die je al eerder hebt gezien – hoe cliché wil je het hebben? – en sluit de film af met een tekst over hoe de levens van Stephen en Jane verder zijn gegaan. Met name dit laatste doet sterk denken aan een ‘in memoriam’, wat toch een beetje oneerbiedig is aangezien alle personages nog in leven zijn.
De film bestaat dus voornamelijk uit persoonlijke momenten uit het leven van Hawking, maar we krijgen wel een kleine inkijk in zijn wetenschappelijk onderzoek. Zo zit er in de film een verrassend heldere uitleg over hoe zijn theorie omtrent zwarte gaten en het begin van de tijd werkt – menig natuurkundeboek kan daar aan tippen. Sommige kijkers vinden het jammer dat er relatief weinig aandacht besteed is aan zijn werk, maar door juist het persoonlijke verhaal van Hawking te vertellen is een originele film ontstaan die gedurende de ruime twee uur blijft boeien. Op de DVD zelf zijn helaas geen extra’s opgenomen.