Een kind wordt volwassen. Maar de transitie van het ene stadium naar het andere, daar zit hem de crux. Aan de ene kant gaat er wellicht een wereld voor je open, maar anderzijds ben je ook druk bezig met het vinden van je eigen plek. Dat is voor de een gemakkelijker dan voor de ander, wat dan weer grotendeels afhankelijk is van je persoonlijkheid. Verhef je een stem die je misschien helemaal niet hebt of gebruik je liever je ellebogen dan wel je vuisten? En verlies je jezelf niet teveel terwijl je indruk probeert te maken op misschien wel de verkeerde personen? Deze en aanverwante onderwerpen worden behandeld in Awaydays en Head South.
Iedereen heeft zo zijn of haar eigen groeipijnen meegemaakt. Het is van harte te hopen dat je er sterker uit bent gekomen – of dat nog gaat doen, mocht je er nog volop mee bezig zijn. Om te illustreren hoe verschillend de manieren zijn waarop je door deze opwindende, frustrerende en onvermijdelijke fase van je leven kunt navigeren, kijken we naar de hoofdpersonen van deze samenstelling. En ook naar de vergelijkbare tijd waarin ze verwoede pogingen wagen om hun jonge levens naar hun hand te zetten. De kijkvolgorde moet je helemaal zelf bepalen; wellicht inspireren de besprekingen van de individuele films je tot een oordeel. Voor dit artikel werd Awaydays voor Head South geplaatst, en dat was een hele mooie ervaring, ook al overtreft die de Ultieme Double Feature nog steeds niet!
Awaydays (2009)
Liverpool, november 1979. De jonge Paul Carty (Nicky Bell) is knap, getalenteerd en de oudere broer van een liefhebbende zus. Hij heeft zoveel kansen, maar heeft slechts één doel voor ogen: onderdeel uitmaken van The Pack. Deze groep fanatiekelingen volgt iedere uitwedstrijd van de Britse voetbalclub Tranmere Rovers. Volgend op de match – en soms al tijdens – hebben de jongelingen een energiek onderonsje met fans van de tegenpartij.
Voor wie goed tussen regels door kan lezen: ja, Carty wil niks anders dan knokken met een stel hooligans waar hij ontzettend tegenop kijkt. Zijn ticket tot de kern van de groep is Elvis (Liam Boyle), op wie hij indruk weet te maken en waarmee hij een hechte vriendschap opbouwt. Samen verdiepen ze zich in muziek, drank en bloederige vechtpartijen. Carty heeft er alles voor over om door The Pack geaccepteerd te worden. Alles. Maar is dat het wel waard?
Head South (2024)
Christchurch, november 1979. Angus (Ed Oxenbould) krijgt een klap te verwerken wanneer zijn bijgelovige moeder besluit het gezin tijdelijk te verlaten. Hij zit opgescheept met zijn vader (Marton Csokas), die zich met deze voorlopige afwezigheid van zijn echtgenote geen raad weet en in een midlifecrisis belandt. Bovendien heeft hij geen enkele vat op zijn zoon, een gevoel dat volstrekt wederkerig is.
Om zich sociaal staande te houden, moet hij zich beter voordoen dan hij is. En dat levert lang niet altijd de gewenste resultaten op. Toch probeert hij zich overal een weg doorheen te bluffen. Zodra hij via zijn in Londen wonende broer geïntroduceerd wordt aan het opbloeiende postpunkgenre, maakt hij iedereen – en zichzelf – wijs dat hij bassist is. Al flink lang, ook. En dat hij in een band speelt. Terwijl hij nog nimmer een instrument heeft aangeraakt. Zijn leugens brengen hem in een steeds lastiger parket…
Vergooide kansen
Carty weet heel goed wie hij is en kan zijn. Maar het volwassen leven dat hem te wachten staat, lijkt hem niet te interesseren. Ook andere prioriteiten zoals zijn zusje Molly (Holliday Grainger) moeten het veld ruimen. Elvis en The Pack zijn alles voor hem, ook al waarschuwt zijn oom Bob (Ian Puleston-Davies) hem nog voor wat hij allemaal laat schieten. Sterker nog, Elvis doet dat zelfs. Die wil niks liever dan The Pack uiteindelijk verlaten, terwijl Carty ervan droomt om een volwaardig lid van de gewelddadige ploeg te zijn.
Het is allemaal verspilde moeite. Carty zit veel te vol met woede om naar rede te kunnen luisteren. Waarom dat precies zo is, wordt in de film niet helemaal duidelijk – en dat hoeft ook niet. Echter, voor veel kijkers zou iets meer inzicht hem wellicht een sympathieker personage maken. Awaydays van regisseur Pat Holden, zich baserend op de roman van Kevin Sampson – die zelf het script schreef – begint bij het graf van Carty’s veel te vroeg overleden moeder. Misschien is het haar gedwongen moeten loslaten de reden dat hij zich zo krampachtig aan zijn jongensdroom vastklampt?
Luchtfietserij
Angus heeft een soortgelijk probleem, maar dan anders. Ook hij wil door zijn omgeving geaccepteerd worden, maar heeft daarnaast geen duidelijk einddoel voor ogen. Dat begint pas te vormen zodra hem gevraagd wordt of hij basgitaar speelt, waarop hij positief antwoordt. Nu moet hij het waarmaken. Alleen moet hij daarvoor een band uit de grond stampen die helemaal niet bestaat. Maar hoezeer hij zichzelf ook in een hoek drukt, gaan mensen wel tegen hem opkijken zodra hij in zijn opzet gaat slagen.
Vanwege zijn zachte aard is de protagonist van Head South, hoewel hij alles bij elkaar fantaseert, misschien gemakkelijker om je mee te vereenzelvigen dan Carty. Scenarist en regisseur Jonathan Ogilvie putte, net als Sampson, uit zijn eigen jeugd. Angus is dus losjes gebaseerd op hemzelf. Ook Ogilvie zette zijn eerste stappen in de muziekscène van het Nieuw-Zeeland van eind jaren zeventig en pakte de basgitaar op – dezelfde Fender Precision die je in de film ziet.
Slotakkoord
De gemene delers van Awaydays en Head South zijn al besproken, of zijn je grotendeels waarschijnlijk wel opgevallen. Ze spelen zich af in dezelfde maand van hetzelfde jaar en gaan over twee jongens die de grootste moeite hebben met volwassen – en geaccepteerd – worden. Allebei jagen ze een ambitie na, waarvan je je af kunt vragen of en hoe realistisch die is. Bovendien heeft de energie van de twee films voor een groot deel dezelfde bron: muziek!
Carty heeft niet als doel om zelf in een band te stappen, maar de acts waar Elvis en hij naar luisteren – Bowie, Ultravox, Cabaret Voltaire, Echo & the Bunnymen, Magazine, The Cure, Joy Division – zetten absoluut de toon voor de film. Postpunk, elektronica en new wave vloeien als een rode draad door Awaydays. De genres gaan perfect samen met de mistroostige en bij tijd en wijle uitzichtloze sfeer van het verhaal. In Head South speelt muziek een grotere en actievere rol, omdat de hoofdpersoon er onderdeel van wil worden. De rebelse inslag van de films zorgt dat ze heel goed samengaan, maar qua toon konden ze beter in elkaar overvloeien. Kortom, dit is een hele goeie Double Feature, doch geen perfecte. Maar ja, niet iedereen kan Good Morning, Vietnam en Good Bye, Lenin! maken, hè?
Veel plezier
Mocht je deze combinatie zelf ook willen beleven, dan heb je de DVD of Blu-ray van Awaydays nodig – van die laatste is enkel een Britse versie zonder ondertitels verkrijgbaar, en het zwaar geaccentueerde Engels kan soms lastig te volgen zijn. Laat je niet afleiden door de hoes van de Nederlandse DVD: de distributeur heeft er Awaydays: The Real Hooligans van gemaakt om fans van titels als Hooligans en The Football Factory te lokken, maar daar heeft deze film behoorlijk weinig mee van doen. Je kunt de prent hier helaas nergens streamen. Head South wel, en daarvoor verwijzen we je door naar Pathé Thuis, want een home video release laat nog op zich wachten.
Laat ons gerust weten wat je van deze Duizelingwekkende Double Feature vindt!