Sciencefictionfilms zijn er in alle soorten en maten. Van buitenaardse wezens tot robots en van mutanten tot dystopieën. Na uitgebreid het horrorgenre behandeld te hebben vonden wij het tijd om het alfabet opnieuw langs te gaan met sciencefictionfilms. Elke letter staat voor een woord waarbij we een paar typerende films hebben geselecteerd.
Deze week: de letter I van intelligentie. De mens heeft snel de neiging zich te vergelijken met andere levensvormen op basis van hoe slim wij zijn: we staan boven de dieren op onze planeet, maar we hopen vurig dat we intelligent leven op een andere planeet ontdekken. Ondertussen creëren we ook onze eigen intelligentie door middel van computers. In sciencefictionfilms wordt hier vaak naar verwezen en een aantal films binnen dit thema hebben we op een rijtje gezet.
I, Robot (2004)
Misschien heb je ooit gehoord van Isaac Asimov’s drie wetten der robotica. Deze fictieschrijver publiceerde een bundel aan korte verhalen in 1950 waarin robots (een term die hij overigens heeft bedacht) samenleven met mensen. Zijn verhalen waren zo sprekend voor de jaren die daarop volgde dat zelfs in de wetenschap nog altijd heftig gediscussieerd wordt over zijn wetten; ze geven namelijk een richtlijn waarmee de mens samen zou kunnen leven met kunstmatige intelligentie.
In 2004 kwam de film I, Robot uit, vernoemd naar de bundel van Asimov, met Will Smith in de hoofdrol als technofobische agent in het jaar 2035. Daar leven mensen samen met robots, die geprogrammeerd zijn om de drie basiswetten te volgen zodat ze nooit een gevaar voor de mensheid vormen. Als het er op lijkt dat robot Sonny toch een van die wetten heeft overtreden vreest de wereld voor de veiligheid van de mensheid. Agent Spooner gaat samen met psychologe Calvin (Bridget Moynahan) op onderzoek uit, om de wereld te behoeden van een catastrofale ramp.
Lucy (2014)
We maken niet alleen kunstmatige intelligentie met computers, we willen ook onze eigen intelligentie opkrikken. Zo blijkt in de film Lucy, waarin Scarlett Johansson gedwongen wordt om een nieuwe designerdrug te smokkelen in haar buik. Het bijzondere aan deze drug is dat deze de capaciteit van je hersenen laat toenemen: je wordt er slimmer door. Wanneer de zak met drugs in haar lichaam knapt beginnen de effecten als snelle reflexen waardoor Lucy zich vrij weet te vechten uit handen van het criminele circuit. Naarmate er meer drugs in haar lichaam vrijkomen, zijn haar hersenen tot steeds meer in staat, tot op het punt dat het eigenlijk onmenselijk is.
Ook het thema van Lucy is niet geheel nieuw, want in de film Limitless speelt zich ongeveer hetzelfde af: door het slikken van een pil wordt je razend intelligent. Het lugubere hieraan is misschien wel dat deze drugs gewoon bestaan onder de naam Modafinil, ook al zijn de effecten lang niet zo groot als door de films wordt voorgesteld. Zowel Lucy als Limitless laten zien hoe de mens streeft naar nog meer intelligentie, waardoor we nog beter worden in alles wat we al kunnen.
Jurassic World (2015)
Je zou misschien niet snel denken aan dinosaurussen bij het thema intelligentie, aangezien het een van de meest primitieve wezens op aarde waren. In Jurassic World vonden de makers van het bekende themapark normale dinosaurussen niet meer interessant genoeg, dus besloten ze te gaan sleutelen aan het DNA. Door kapot DNA van de Tyrannosaurus Rex aan te vullen met de genen van allerlei andere roofdieren weten ze een compleet nieuw dier te creëren: de Indominus Rex. En uiteraard is dit überroofdier vele malen slimmer dan voorzien.
Jurassic World is een leuk vervolg op een succesvolle serie. Als losstaande film is het niet meer dan een spektakelfilm, maar voor de ware Jurassic Park-liefhebber is het een feest om te zien. De dinosauriërs zien er ook gewoon heel goed uit en er worden veel leuke verwijzingen gemaakt naar de eerdere delen, die toch al heel wat jaartjes oud zijn. Het is natuurlijk geen verrassing dat je de wetenschappelijke betrouwbaarheid met een korrel zout moet nemen, maar het idee van het oerdier dat slimmer wordt dan de mens is herkenbaar en blijft boeiend.
Deep Blue Sea (1999)
We zijn nog niet klaar met de intelligente dieren, want in Deep Blue Sea zijn het haaien die een IQ-boost krijgen. Er wordt namelijk ontdekt dat in de hersenen van deze roofvissen een stof zit waarmee Alzheimer onderdrukt kan worden. Op een afgelegen booreiland worden enkel haaien door een team onderzoekers in gevangenschap gehouden, zodat ze experimenten op de beesten kunnen uitvoeren. In eerste instantie lukt het om de hersenen te vergroten zodat er voldoende van het stofje uit gehaald kan worden, maar één klein probleem: hierdoor zijn de haaien ook slimmer geworden. Ze keren zich tegen de onderzoekers in een poging uit het lab te ontsnappen, de open zee in.
Naast sciencefiction is Deep Blue Sea ook bijna een horror. Er zitten verschillende scènes in die echt luguber, eng en zeker materiaal zijn voor nachtmerries als je al niet houdt van deze uit de klauwen gewassen karpers. Verwacht verder niet teveel van deze film, want ondanks interessante acteurs als Samuel L. Jackson en LL Cool J zijn de personages zo vlak als een stille oceaan en is het verhaal nogal eenzijdig. Deep Blue Sea is in het thema ‘dieren die superintelligent worden’ wel een voorbeeld geweest voor vele latere films – meestal als parodie.
Dit was een greep uit sciencefictionfilms die spelen met het thema intelligentie. Volgende keer zijn we bij de letter J en het thema dat daarbij hoort is: jongeren!