Sciencefictionfilms zijn er in alle soorten en maten. Van buitenaardse wezens tot robots en van mutanten tot dystopieën. Na uitgebreid het horrorgenre behandeld te hebben vonden wij het tijd om het alfabet opnieuw langs te gaan, dit keer met sciencefictionfilms. Elke letter staat voor een woord waarbij we een paar typerende films hebben geselecteerd.
Bij de letter R kun je eigenlijk niet anders dan aan Robots denken, misschien wel het meest voorkomende, futuristische wezen dat in sciencefictionfilms voorkomt. Vroeger was het nog een imaginair beeld van een metalen mens dat zelf kon denken en lopen, maar tegenwoordig hebben we een veel genuanceerder beeld van ‘de robot’. In deze editie van het sci-fi alfabet maken we een ritje door de geschiedenis van de robot, te beginnen bij het eind.
WALL·E (2008)
Wie kent dit schattige robotje niet? Pixar zorgde met deze tranentrekker voor een kaskraker en het is voor velen nog steeds een geliefde animatiefilm. Het verhaal speelt zich af in de verre toekomst, waarin mensen de Aarde hebben verlaten omdat er door grote hoeveelheden afval geen mogelijkheid meer was om op te leven. Op Aarde rijdt nog een robotje rond dat de taak heeft om alles schoon te maken: WALL-E. Plotseling ontmoet hij EVE, een robot die komt kijken hoe het met de leefbaarheid van planeet Aarde staat. Uiteraard ontstaat er een ware robot-romance, maar wanneer EVE vanwege haar geprogrammeerde einddoel op stand-by springt, kan WALL-E alleen maar goed voor haar zorgen en hopen dat ze weer wakker wordt.
Deze kindvriendelijke sciencefiction gaat dus over liefde en bescherming, maar raakt ook het thema van de gezondheid van onze Aarde aan. WALL-E en EVE kunnen niet praten, dus de hele film bestaat eigenlijk uit muziek en piepende geluidjes. Dat pakt echter wel goed uit. De robotjes worden want te schattiger, en de non-verbale communicatie is voor iedereen te begrijpen. WALL-E is daarnaast kritisch op de luiheid en achteloosheid waarmee de mensheid zijn eigen planeet kapot maakt, waar anderen – in dit geval robotjes – de dupe van zijn. Behalve een vermakelijke, schattige film is het dus ook nog eens educatief verantwoord.
Flubber (1997)
Misschien is deze film niet 100% sciencefiction, maar we scharen het net zo lief onder een komische sci-fi. Robin Williams speelt hierin een verstrooide professor die zijn leven, huis en relatie laat lijden onder al zijn experimenten. Hoewel er best wat handige uitvindingen tussen zitten, is het vooral een grote puinhoop. Totdat hij een nieuwe substantie ontdekt die hij Flubber noemt. Dit ontzettend veerkrachtige goedje heeft talloze toepassingen, maar bovenal heeft het een bewustzijn. De groene Flubber brabbelt er namelijk vrolijk op los en stuitert heen en weer. Terwijl de professor moet dealen met mensen die slechte bedoelingen hebben met Flubber wordt hij ondersteund door zijn robotassistente Weebo, een vliegende ufo met een pittig karakter.
Flubber is niet door iedereen enthousiast ontvangen. Toegegeven, het verhaal is matig en aan het acteerwerk schort nog wel het een en ander, maar de vriendelijke stuiterende groene slijmbal maakt een hoop goed. Weebo is de sidekick van de professor en doet alles voor hem. Het is dan ook best een drama als Weebo kapot dreigt te gaan en haar kunstmatige bewustzijn lijkt te verliezen; de band tussen haar en haar maker is enorm sterk. Het leuke aan deze robot is dat ze een schermpje heeft waarmee ze allerlei popcultuur remixt bij wijze van emotie en communicatie. Een interessante oplossing voor een film uit het pre-kunstmatige intelligentie tijdperk!
RoboCop (1987)
Van de kindvriendelijke films zakken we af naar de iets serieuzere robots. In een dystopische wereld raakt agent Alex Murphy zwaar gewond, maar met behulp van de nieuwste technieken wordt zijn lichaam opgelapt. Dat resulteert in een cyborg: half mens en half robot. Deze vechtmachine moet de criminaliteit op de gevaarlijke straten van Detroit aanvechten, maar als zijn herinneringen uit zijn ‘mensenleven’ terugkomen krijgt hij persoonlijke wraakgevoelens voor degenen die hem in eerste instantie zo zwaar verwond hebben.
Technisch gezien is RoboCop natuurlijk geen robot, maar een cyborg. Toch staat hij in dit rijtje omdat deze film heeft meerdere vervolgen gekregen en in 2014 is zelfs nog een remake gemaakt. Wat deze klassieker nog meer bijzonder maakt, is dat onze eigen Paul Verhoeven de regie op zich heeft genomen, wat uiteindelijk misschien wel zijn meest bekende film is geworden. Van RoboCop kun je een typisch jaren 80 actiefilm verwachten: oneliners, explosies, schurken en natuurlijk de held.
Metropolis (1927)
De letter R sluit af met een antiek stukje cinema uit de beginperiode van de film. Het verhaal gaat over een typisch onderwerp voor een film uit de periode tussen twee wereldoorlogen: ongelijkheid. In het jaar 2026 is de wereld verdeeld in twee groepen: de rijken leven boven de grond en de armen ondergronds, waar ze de wereld moeten voorzien van stroom door enorme zware machines te bedienen. Wanneer het messias-achtige figuur Maria naar de onderwereld daalt om de armen te ondersteunen en te zoeken naar een oplossing voor deze verdeeldheid, krijgt de opperbaas van de bovenwereld het gemene plan om een robot te bouwen die sprekend op deze Maria lijkt. Hiermee wil hij juist de arme bevolking het verkeerde pad op sturen zodat ze zullen blijven waar ze zijn.
Metropolis is geen aanrader om te kijken, tenzij je een echte filmliefhebber bent. De hele film is namelijk stom (er wordt niet gesproken), is vanzelfsprekend zwart-wit en duurt tweeënhalf uur. Het is een van de duurste films ooit gemaakt, waardoor het lang duurde voordat genoeg geldschieters waren gevonden. Met letterlijk tienduizenden figuranten en enorme decors is het een waar spektakel, maar het verhaal is rommelig. Metropolis is bij het exporteren naar het buitenland dan ook vaak verknipt en de volledige originele film bestaat niet meer. De film die we nu kennen als Metropolis bevat 95% van de originele beelden, waarvan we hopen dat ze op de juiste manier weer gemonteerd zijn. Metropolis heeft dus een lange weg afgelegd, wat het kunstwerk nog wel bekender heeft gemaakt dan het verhaal zelf.
Natuurlijk zijn er nog veel meer films met robots te bedenken waar veel over te vertellen is. En hoe dichter we in de echte wereld komen bij het maken van robots, hoe meer films over robots waarschijnlijk zullen ontstaan. Hoe die eruit gaan zien kunnen we alleen nog maar naar gissen. Over twee weken zijn we bij de letter S aangekomen: Superhelden in sciencefiction!