Sciencefictionfilms zijn er in alle soorten en maten. Van buitenaardse wezens tot robots en van mutanten tot dystopieën. Na uitgebreid het horrorgenre behandeld te hebben vonden wij het tijd om het alfabet opnieuw langs te gaan, dit keer met sciencefictionfilms. Elke letter staat voor een woord waarbij we een paar typerende films hebben geselecteerd.
Het is al bijna geen fictie meer, maar voordat bedrijven als Samsung, Oculus en HTC aan de haal gingen met VR-sets, zijn er al talloze films gemaakt over virtuele werelden. Dit gaat niet over de eenvoudige headsets die nu in de winkel liggen maar beschrijven een veel grotere, magischere wereld met meestal een technofobische ondertoon. We hebben een aantal van deze films op een rijtje gezet (en The Matrix hebben we maar weggelaten, want die kent iedereen zo onderhand wel).
The Lawnmower Man (1992)
De slimme Dr. Angelo werkt aan een experiment met virtual reality: een wereld die volledig bestaat in het digitale domein. Hij gebruikt hierbij apen als subject, die de virtuele wereld in gaan terwijl ze een dosis drugs toegediend krijgen. De bedoeling is om de apen te trainen tot vechtmachines, en Angelo maakt steeds meer vorderingen. Hij besluit een stap verder te gaan en zet zijn geestelijk gehandicapte tuinman Jobe in de VR-set. En ook dat werkt: Jobe wordt steeds intelligenter. Zo intelligent, dat hij langzaam bovennatuurlijke krachten lijkt te krijgen. Bovendien vindt Jobe de virtuele wereld net iets interessanter dan goed voor hem is.
The Lawnmower Man werd gemaakt in een tijd dat internet zijn intrede deed. Deze nieuwe uitvinding, die de hele wereld ineens in verbinding stelde met elkaar, speelt dan ook een grote rol. Nu virtual reality langzaam realiteit wordt, wordt deze film steeds vaker in de mond genomen. Het extreme cyber-sfeertje met lelijke 3d-animaties is sciencefiction ten top, maar het verhaal van de mens die langzaam wordt opgeslokt in de digitale virtuele wereld blijft een (onterecht?) doembeeld. Zo deed Johnny Depp dat in de film Transcendence (2014) nog eens dunnetjes over.
The Thirteenth Floor (1999)
Douglas Hall en Hannon Fuller zijn twee wetenschappers die aan een uniek project werken: de creatie van een virtuele wereld – en dit keer geen cyberwereld maar het Los Angeles uit 1937. Op een ochtend wordt Hall wakker in een bebloed shirt en ligt Fuller dood in zijn appartement. Hij heeft geen idee wat er is gebeurd, maar vermoed al snel dat hun creatie er mee te maken heeft – zeker als ineens een mysterieuze vrouw opduikt die hij nooit eerder heeft gezien. Hij besluit zijn virtuele wereld in te duiken om erachter te komen wat er is gebeurd.
The Thirteenth Floor is vrij onbekend, maar is een leuke afwisseling op de digitale geweld. In plaats van gehumaniseerde computerprogramma’s draait het hier om de sfeervolle jaren ’30. Het verhaal boeit genoeg om te blijven kijken, maar is niet ijzersterk – zeker niet nu we zeventien jaar verder zijn. The Thirteenth Floor moest gewoon in het lijstje komen omdat deze film laat zien dat virtuele werelden niet altijd super cyber-achtig hoeven te zijn.
eXistenZ (1999)
Allegra Geller ontwerpt computerspellen van groot kaliber: ze zijn volledig virtual reality en door jezelf organisch aan te sluiten op dit spel (hoe dat precies in z’n werk gaat zal blijken als je de film ziet) lijkt het net alsof je er echt bent – inclusief geur, gevoel en smaak. Geller voert een focusgroep uit om haar spel te testen, maar dan gaat er iets mis: iemand met een wapen dat zij niet heeft ontworpen valt haar aan. Samen met één van de mensen uit de focusgroep moet ze nu achterhalen wat er mis is gegaan, en hoe het spel gerepareerd kan worden zonder dat er slachtoffers vallen. Het wordt echter steeds moeilijker om te bepalen wat de realiteit is.
eXistenZ is een vreemde eend in de bijt. Gemaakt in de jaren ’90 kun je vergelijkbare fantastische ideeën over Virtual Reality verwachten, maar eXistenZ doet daar nog een flinke schep bovenop. De regisseur achter deze sci-fi is namelijk David Cronenberg, een man die bekend staat om zijn vreemde spanning met bijna afstotelijke wezens, concepten of scènes (bijvoorbeeld The Fly uit 1986). In eXistenZ zul je dan ook scènes tegenkomen waarvan je maag misschien een klein sprongetje maakt, niet omdat het vies is, maar omdat het zó bevreemdend is dat je er bijna misselijk van wordt. Dat neemt niet weg dat eXistenZ een spannende film is met een mooie climax, ingevuld door een originele variant op digitale virtuele werelden. De wereld van Cronenberg is namelijk half digitaal en half organisch, en dat resulteert in een unieke film.
TRON (2010)
Ten slotte eindigen we met een iets recentere film, hoewel dit een remake is van TRON uit 1982. Jaren geleden is de vader van Sam Flynn spoorloos verdwenen en liet hem daarbij zijn enorme ICT-bedrijf na. Sam vindt hem twintig jaar later op de meest onwaarschijnlijke plek: een digitale wereld die zijn vader zelf heeft gecreëerd. Hierin gelden vaste regels, krijgen computerprogramma’s een ‘fysieke’ gestalte en worden een soort spelen gevoerd. De wereld is niet alleen prachtig, maar ook gevaarlijk – want geen enkel computerontwerp is waterdicht. Met zijn tweeën moeten ze zien te overleven in de digitale wereld, en voorkomen dat een gevaarlijk computerprogramma de afgebakende grenzen van de virtuele wereld overschrijdt.
Het was te verwachten dat TRON een remake zou krijgen, want wie kent de iconische motoren die een ‘muurvast spoor’ achterlaten niet? Ooit begonnen als een simpel arcade-spel dat gelijktijdig met de originele film werd uitgegeven, werd het in 2010 een over-the-top blockbuster, volgestopt met CGI beelden. Daar moet je de film dan ook voor kijken, want het verhaal stelt weinig voor. Het leuke aan TRON is de kraakheldere, neonblauwe wereld waar vervolgens zo iets mechanisch als motoren in rondcrossen; daar gaat je adrenaline wel van stromen. Zet daarin Jeff Bridges (die ook in de versie uit 1982 speelde) en je hebt een cyberfuturistische actiethriller in een modern jasje. Helaas wordt er weinig aandacht besteed aan de werking van de virtuele wereld, maar dat is waarschijnlijk deels gedaan als hommage aan het gedachtegoed uit 1982 – inmiddels weten we natuurlijk wel dat computerprogramma’s geen eigen wil kunnen krijgen.
Er zijn waarschijnlijk nog veel meer films te bedenken die gaan over virtuele werelden, al dan niet digitaal. Opvallend is dat veel films van vóór 2000 zijn, dus dan is de vraag: zou je, nu VR werkelijkheid wordt, nog steeds een boeiende film kunnen maken over een virtuele wereld? We zullen het gaan merken. Met nog maar vier letters te gaan zien we je over twee weken weer!