Don’t worry too much about the mirre next time, alright?
Op een nacht komen er drie wijzen aan bij een lemen hutje, waar zojuist een profetische en wonderlijke baby is geboren: Brian. Althans, volgens hen. Als zij intussen de moeder verzoeken om het kind te zien worden ze beticht van waarzeggende nonsens. Gelukkig is de moeder al snel over te halen wanneer er geschenken in het spel komen: goud, wierook en mirre. Na het prijzen en het geven van de cadeaus vertrekken de wijzen weer, alleen maar om erachter te komen dat ze een deurtje te vroeg zijn binnengegaan.
Hierna volgen we het – niet al te succesvolle en eigenlijk best sneue – leven van Brian, die ten tijde van de opkomst van Jezus (zijn leeftijdsgenoot) opgroeit. Intussen blijft het volggrage volk nog altijd op zoek naar een messias; iemand die hen kan leiden in hun geloof in het een of het ander. Stenigingen, profetieën en discussies alom; het kan Brian maar weinig deren en hij vindt dit eigenlijk indruisen tegen wat nou écht waardevol is voor een mens. Toch lijken de wonderen de wereld nog niet uit, want onbedoeld wordt hij naar voren geschoven als de messias, en hangt (in elk geval een deel van de lokale) bevolking aan zijn lippen. Brian probeert intussen juist van dit pesterige volk af te komen zodat hij verder kan met zijn leven leiden. Helaas blijkt dat hoe meer hij dit probeert, hoe standvastiger zijn volgelingen worden.
Eigenlijk was Jezus ook maar een gewone vent
Life of Brian stamt maar liefst uit 1979, de film is dus inmiddels 41 jaar oud. Toch is Life of Brian zowel qua thema als humor tijdloos; iets waar de heren van Monty Python om bekend staan. Het feit dat de beeld- en geluidkwaliteit inmiddels natuurlijk achterhaald zijn deert dit in elk geval niet bij hun materiaal; als je een poosje zit te kijken nemen de humor en creativiteit van het verhaal de overhand en vergeet en vergeef je eventuele haperingen of korrelige geluiden.
De manier waarop ze het Bijbelverhaal naadloos verweven met hun eigen draai en interpretatie is zo plausibel dat je je als kijker prima kunt voorstellen dat dit inderdaad een logische(re) gang van zaken is geweest in die tijd. Zeker ten opzichte van hoe het verhaal staat omschreven in de Bijbel. Uiteraard zullen mensen die het Christendom aanhangen hier heel anders over denken, maar daar is deze film dan ook niet geschikt voor. Het is er vooral een voor het kritische publiek dat wel tegen een stootje kan en satire op geloof niet schuwen.
Zalig zijn de Grieken!
De film begint al gelijk goed na de openingsscène en begintitels. We zien hier hoe Jezus het volk profetisch toespreekt en hen de acht zaligheden aanreikt; hoe ga je goed om met je medemens en wie heeft het bij het rechte eind? Na langzaam uitzoomen en honderden mensen rondom verder komen we ergens achteraan uit, waar een discussie gaande is tussen een aantal lui, waaronder Brian en zijn moeder. Uiteraard gaat de discussie met name om ‘Kan die vent niet wat harder praten?, ‘Hou je kop ik versta er niets van’ en ‘Zei hij nou zalig zijn de kaasmakers?’. Je kunt dit natuurlijk opvatten als een oppervlakkige en kinderachtige discussie (en ja, deels is dit ook zeker zo), maar de manier waarop ze hier subtiel aanduiden dat de interpretatie van woorden al snel verloren kan gaan is natuurlijk briljant. Neem wat de humor betreft zo ook als voorbeeld hoe de heren van Monty Python het niet schuwen een rol als vrouw te vertolken, om vervolgens in die rol als vrouw weer een nepbaard te gaan kopen om bij bijvoorbeeld een steniging te zijn; briljant!
En met dit voorbeeld in gedachten is eigenlijk de hele film doorspekt van dit soort subtiele (en vaak ook juist helemaal niet subtiele) boodschappen, allemaal natuurlijk dik ingepakt in een laag met humor. Deze aaneenschakelingen van gebeurtenissen die langzaamaan het verhaal van Brian vertellen worden overigens zo goed als allemaal vertolkt door de zes leden van Monty Python. En hoewel je natuurlijk een aantal van hen direct herkent (die lange John Cleese zie je tenslotte van mijlen ver aankomen), ‘zie’ je toch op een gegeven moment niet meer dat zij het zijn.
Nog altijd hilarisch om naar te kijken
Behalve natuurlijk John Cleese als bijvoorbeeld de Joodse ambtenaar die de steniging leidt, maar ook als Reg die telkens verzandt in discussies met zijn activistengroepje, zijn de opvallendste figuren in deze film met name Eric Idle, die o.a. de baardverkoper speelt aan het begin maar ook de bijdehand-te gevangene is die zich onder een kruisiging vandaan probeert te onderhandelen, en natuurlijk de gekruisigde man speelt die de alom bekende eindtune ‘Always Look on the Bright Side of Life’ zingt. Daarnaast natuurlijk ook Terry Jones die de rol van Brians moeder vertolkt en bijvoorbeeld de zwijgende man in het gat speelt. Uiteraard zijn eigenlijk alle leden van Monty Python enorm getalenteerd, het is dus best lastig om hier echt een onderscheid in te maken. Stuk voor stuk zijn zij in elk geval markante figuren die zorgen dat deze film (en overigens ook al het andere materiaal dat zij over de jaren heen hebben geproduceerd) zo solide en succesvol is geworden en gebleven.